uren worden vereischt om een weerlooze stilliggende J e r s e y tot zinken te brengen met 20 tot 30 bommen, geworpen van 3000 tot 4000 voet hoogte, is het onlogisch te rekenen op een spoedige vernietiging van een vloot, bestaande uit manoeuvreervaardige oorlogsschepen, die elk voor zich zwaar tegen luchtgevaar zijn bewapend en elkander onderling ondersteunen. Eenmaal gelande troepen zouden niet veel last meer ondervin den, noch van de bombardeervliegtuigen, noch van de door den wijzen verdediger zelf tijdig gedecimeerde landmacht. Het is mogelijk, dat deze op dit oogenblik zijn eigen wijsheid van eenigs- zins verdacht allooi gaat vinden. En zeker zal het ten slotte tot hem doordringen, maar te laat, dat ieder deel van de weermacht een eigen taak te vervullen heeft in het groote samenstel; dat het rampen geeft, wanneer men ten koste van een dier deelen het andere verwaarloost, en dat de beslissing ligt in den infanterie- strijd, waarin de andere wapens als hulpwapens hun niet te ont beren steun verleenen. Wellicht komt hij ook tot het inzicht, dat kustversterkingen goedkoop zijn en dat het al zeer onwijs moet worden genoemd, ze uit te schakelen, wanneer de zeemacht, b. v. om redenen van bezuiniging, slechts zwak kan zijn. Want zeeslagen zijn in den regel beslissend. De zwakkere zeemacht za! moeten afzien van de heerschappij ter zee. Maar zoolang diezelfde zee macht kan opereeren uit veilige bases, zal het transport van troe pen van overzee een gevaarlijke onderneming blijven. Keeren wij thans de zaak om. Laat de aanvaller de wijze zijn, en zijn hope zoo goed als uitsluitend op de luchtmacht heb ben gesteld. Hij nadert onze kusten met een vloot van vliegtuig- schepen, gevechts- en bombardeervliegtuigen, luchtschepen enz. als de eenige, althans de voornaamste bescherming voor de trans portschepen, die zijn landingstroepen en het daarbij behoorend materieel overvoeren. Want het zou te veel van het goede bij hem ondersteld zijn, wanneer wij aannamen, dat hij van oordeel was, dat zonder landingstroepen zulk een operatie succes kan hebben. Zelfs heeft hij, als concessie aan de onwijzen, die door een historischen in plaats van door een hysterischen bril kijken, nog wel een schim van een zee-„maeht" laten voortbestaan. Hij nadert Sandy Hook, nemen wij aan, even ongezien als zijn dwaze voorganger. Om dit kunststuk te volvoeren, heeft hij onze onderzeeërs en snelle schepen moeten vernietigen of ontwijken. Deze toch, optredend uit behoorlijk versterkte bases, waren uit gevaren om zijn transportvloot te harceleeren en zouden daarbij aanzienlijke voordeden kunnen behalen, want de bescherming daarvan door oorlogsschepen werd immers minder noodig geacht. Laat ons intusschen niet vergeten, dat de aanvaller, alvorens onze kusten te naderen, de heerschappij ter zee moet hebben bevoch ten; aangezien het ons evenwel moeilijk valt, te bedenken, waar mede hij daarin zou kunnen zijn geslaagd, nemen wij aan dat alle 461

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 41