wicht georganiseerde strijdmacht. Geen troepentransport zonder
heerschappij ter zee. Geen binnendringen van havens en nadering
der kusten tegen het vuur der zware kanonnen in. Geen blijvend
succes na geslaagde landing van troepen, tenzij van meet af aan
deze sterk genoeg zijn, om zich te verdedigen tegen de zich op
hen werpende regimenten. Gelande troepen moeten de verbinding
met hun basis in stand houden. De aanvoer van troepen over zee
moet minstens gelijken tred houden met de versterkingen, die de
verdediger toevoert. In iederen oorlog, die zich nu laat denken, zal
voor de strijdkrachten in de lucht zeer zeker een belangrijke taak
zijn weggelegd. Maar die taak kan niet alles omvatten en het is
te hopen, dat zij, die, en terecht, pleiten voor de ontwikkeling van
het Luchtwapen, verstandig genoeg zullen zijn, om niet door over
drijving hun zaak te schaden.
6. VOORSTELLING OF VOORPOSTENOPSTELUNG,
door F. T.
Naar aanleiding van de Tjampakastelling werd bij een vrijwil
lige tactische oefening op de kaart de vraag gesteld, waarom het
standhouden van voorposten voor een verdedigende stelling
noodig en nuttig zou kunnen zijn, terwijl voorstellingen toch wor
den veroordeeld. Met deze laatste bewering zij men echter voor
zichtig. De overgangsvormen tusschen voorposten en voorstelling
(welke begrippen vroeger steeds vrij scherp uit elkander gehou
den konden wórden) zijn in den tegenwoordigen tijd vele; het
komt er daarom in de eerste plaats op aan, wat wordt verlangd
van afdeelingen, welke voor de hoofdlinie worden geplaatst, welke
haar opdracht is. Daaruit volgt haar gedrag bij vijandelijken aan
val en het is gevaarlijk, zonder meer b. v. te decreteeren: „voor
posten houden geen stand, en voorstellingen houden steeds hard
nekkig stand", of iets van dien aard, zooals overigens op tactisch
gebied alle decreteeren uit den booze is. Men kan houvast geven
door zekere regels te stellen, doch geen enkele regel ontheft den
commandant van de plicht, na te denken en van den gestelden
regel af te wijken, wanneer de omstandigheden daartoe aanlei
ding geven. Daarvan moet ieder terdege doordrongen zijn.
AI geeft, wat het optreden betreft, de terminologie dus niet
den doorslag, zoo heeft het vastleggen van de begrippen voor
posten en voorstelling toch uiteraard groot nut, mits wij ons aan
die namen slechts niet vastklampen voor het bepalen van d£ wijze
van optreden onder alle omstandigheden, en verdacht zijn op het
bestaan van overgangsvormen, zij mogen dan met den eenen of
met den anderen naam worden aangeduid.
463