477
welke in den oorlog op den soldaat inwerken, vergemakkelijkt het volgen
van het betoog.
Van groot belang achten wij zijne aanwijzingen, hoe men bijtijds een
troep „de pols kan voelen".
Men leze dit artikel zelf. Door excerpeeren verliest het te veel.
„Luchtafweer van den grond" is de naam van een artikel van den heer
Bisschoff van Heemskerk. De schrijver vermeent, dat de luchtafweer reeds
in vredestijd uitmuntend behoort te zijn voorbereid.
Na een schets te hebben gegeven van het vermoedelijke optreden van
de vijandelijke luchtstrijdkrachten tijdens de mobilisatie en gedurende de
operaties, geeft hij aan, hoe zijns inziens daartegen met succes kan wor
den geageerd.
Hij splitst den luchtafweer in die op zuiver offensieve wijze, dus door
de luchtvloot en die door passieve- zij het soms actief-passsieve-middelen.
Dit laatste geschiedt door afweer door geschut, mitrailleurs en zoeklich
ten, door den bewakingsdienst en door misleiding door middel^ van
camouflage, schijndoden, donkere en lichte zones, enz., luchtversperringcn
en instrueeren van de burgerbevolking ten opzichte van de tegen lucht
aanvallen te nemen maatregelen. Het spreekt vanzelf, dat al deze middelen
in onderling verband moeten worden gebruikt.
In de rest van het artikel geeft de schrijver nadere bijzonderheden over
den aard en het gebruik van deze middelen.
Door de heeren Brest van Kempen en Wilson wordt een studie gegeven
over „De inrichting van verdedigende stellingen". De bedoeling is critiek
uit te lokken en zoodoende tot vruchtbare bespreking te komen.
Goede schetsen verduidelijken den tekst.
De heer De Ridder bespreekt de vliegtuigen in den landoorlog. Hij be
spreekt in dit nummer de strategische verkenning, daarbij enkele frappante
voorbeelden gevend, de tactische verkenning en de verkenning ten bate
van het vuur der artillerie.
Cavaleristisch Tijdschrift. Februari. Van belang is het artikel over tac
tiek bij de Lichte Brigade, door den heer Alting von Geusau. Hij wijst
er op, dat, ofschoon het Ned. leger al eenige jaren in het gelukkige be
zit is van een Lt. B., nog in geen der voorschriften iets is te vinden om
trent het tactisch gebruik van dit uit zoo heterogene bestanddeelen samen
gestelde legeronderdeel. Daarom wil hij enkele tactische hoofdbegrippen
in dit opzicht vastleggen.
Omtrent het gebruik van de Lt. B. zegt hij, dat deze kan worden belast
met: strategische verkenning, het vertragen van 's vijands opmarsch, het
vasthouden van tactisch gewichtige punten, beletten van 's vijands verkenning
(versluiering), vleugelbeveiliging van een troepenmacht uit meerdere divisiën
bestaande, den geslagen tegenstander vervolgen en bij terugtocht's vijands
vervolging beletten of althans vertragen, bedreigen en aanvallen van 's
vijands vleugels en verbindingen, ten slotte optreden als vuurreserve in
het gevecht van een groote troepenafdeeling.
Omtrent de marschen van de Lt. B. merkt hij op, dat van een gelijktijdige
verplaatsing van alle deelen van dit orgaan geen sprake kan zijn, wegens
de zeer uiteenloopende eigenschappen van de samenstellende deelen.
Ten slotte bespreekt hij de uitvoering van de verschillende taken, welke
hiervoren reeds werden opgesomd.
Verder treffen we in deze aflevering nog aan een vervolg van Het artikel
over het optreden van de Fr. cav. bij den Kemmelberg in 1918, een studie
met enkele voorbeelden van tactisch gebruik van het telefoon-materiaal der
cavalerie en een stukje over het longeeren.
Cavaleris.isch Tijdschrift. Maart Het eerste artikel van dit nummer
behandelt de divisiegroeps-cavalerie en is geschreven door den heer Wirix
Deze cav. bestaat in Nederland uit twee reserve-eskadrons. Het komt ons
voor, dat men van deze kleine macht niet meer mag verlangen dan beveili-