482 4e. De infanterie neemt de ligging van dit vuur waar en seint door middel van lappen: links, rechts, kort, ver of wel: ingeschoten. 5e. Het vliegtuig brengt deze seinen over aan de artillerie, die er voor- zooveel noodig op corrigeert of het uitwerkingsvuur afgeeft. 6e. De infanterie seint „houdt op vuur", zoodra zij haar aan val voldoende voorbereid acht. Het vorenstaande geldt voor de „artillerie d'appui direct"; voor de „artillerie d'accompagnement", die op 500 a 10.0 M. ach'.er de infanterie in voorste lijn zal stelling kiezen, is het verbindingsvliegtuig als regel niet noodig en kan dit door seinploegen vervangen worden. Uiteraard zijn er gevallen denkbaar, dat de „artillerie d'appui direct" volstaan kan met seinploegen, terwijl soms de „artillerie d'accompagnement" vliegtuigen noodig zal hebben, terwijl voor beiden combinatie dier verbindings middelen zeer goed denkbaar is. Schrijver ziet in de geschetste methode bovendien nog een middel om het starre karakter van de „barrage roulante" weg te nemen, doordat de infanterie dan kan vragen om het stoppen en zelfs om het keert doen maken daarvan! Bij eerste beschouwing komt het ons voor, dat er zeer veel goeds in deze nieuwe methode ligt. Voor een leger met een voldoend groot aantal vliegtuigen is het beproeven ervan alleszins aanbevelenswaard. Verder vinden we een interessant artikel van den Colonel Mercier over „Perturbations dans le tir des bouches a feu de gros calibre", waarin vooral het gestelde over het verkoperen der vuurmonden, de nadeelige gevolgen daarvan en de middelen om het te voorkomen de aandacht trekt. Revue d'Artillerie. Avril 1924. De generaal Tanant komt in „Les programmes d'admission aux écoles militaires" op tegen het artikel van den Colonel Tournaire in de Revue d'Artillerie van Februari 1924, voor wat betreft het opvoeren van de wiskundige opleiding der leerlingen van de school te Saint-Cyr (infanterie, cavalerie, vechtwagens en luchtvaart) Hij als Com mandant van die school is juist van meening, dat in deze richting eerder te veel dan te weinig wordt gedaan! en zegt „11 y a beaucoup trop d'excel- lents candidats qui ont la vocation militaire, la passion de l'armée, et qui échouer.t ft Saint-Cyr sur la partie scientifique du programme." Het is wel interessant in Frankrijk een dergelijken strijd te zien strijden als ook in Nederland bij het militair onderwijs sinds lang aan de orde is. De Commandant Z. behandelt „Les concentrations de feux". Hij geeft eerst een overzicht, hoe tijdens den oorlog het principe der vuurconcentraties steeds meer op den voorgrond komt, conclu deert, dat de beginselen dienaangaande in de huidige Fr. voorschriften inderdaad juist zijn, maar ook, dat die beginselen bij oefeningen verwor den zijn tot een star schema: „Les tirs par concentrations tournantes ou successivts ont certainement donné et donneront de bons résultats- mais ce procédé de conduite du feu ne saurait être ordonné ni appliqué en toutes circonstances, sous peine de conduire a de graves mécomptes." Technisch zijn volgens hem op volgendevuurconcentraties alleen dan mogelijk indien: le beschikt wordt over geschut op affuit met groot zijde- lingsch schootsveld dan wel geschut, dat met weinig moeite is om te zetten; 2e beschikt wordt over een goed werkend verbindingsnet, dat gelijktijdige vuuropening van alle batterijen op een doel waarborgt; 3e men zeker is, dat het vuur goed ligt, dus beschikt over middelen om de eerste lagen der vuurconcentratie te controleeren (ook al schieten de bat terijen met volledige vuurvoorbereiding, daginvloeden); zoo al niet van iedere vuurconcentratie op nieuw, dan toch zeker van de eerste eener serie; 4e men de plaats der doelen juist heeft kunnen vastleggen, hetgeen in den bewegingsoorlog moeilijk kan zijn. Schrijver zegt: 11 s'ensuit que les situations tactiques qui autorisent techniquement le commandement a prescrire des concentrations successives de feux sont:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 62