486 quement au dogme de confraternité militaire et méconnaissance du Devoir envers un Aliié". „The Field Artillery Journal". March-April 1924. Het jaarrapport van „The chief of field-artillery" wordt vervolgd met het hoofdstuk „Warplans and operations" waaruit wij citeeren: „The basis of a war plan for an army is its organization. It is by the development and expansion of the peace organization that a war organization is built up. Therefore, it follows that an incomplete or imperfect peace organization must result, in an emergency, in an incomplete and imperfect war organization". Schrijver schroomt niet vast te stellen, dat de laatste vermindering van het Amerik. leger te ver is gegaan, vooral wat betreft de Regular Field Artillery. Hij zegt: „In reducing the strength of the army, all active field artillery units have been seriously affected. They are regiments and bat talions only inname. They are undermanned in officers and enlisted personnel to an extent that in an emergency they would encounter considerable trouble and delay is expanding and organizing themselves." Het doet voor ons Nederlanders wel vreemd aan, dergelijke uitingen te vinden in een officieel stuk en gepubliceerd in een vaktijdschrift! In het hoofdstuk „Motorization" lezen we: „The general performance Of the tractors indicate that they may be considered as a reasonably reliable means of transportation for artillery. Under certain circumstances they have advantages over horses, but the experience to date has justified the stand of this office that artillery in divisions should be horse-drawn, and not mo torized," Proeven met „reconnaissance tractors zijn „most disappointing''geweest. In het hoofdstuk: „Guns and carriages" over het 7.5 c. M. veldkanon M. 23. (spreidaffuit), dat de max. dracht zal zijn 13'/2 K.M. en dat de proeven tot heden zeer bevredigend verliepen. Het nieuwe 10.5 c. M. Hw. materieel M. 1920 heeft max. gewicht van 1400 K.Q. in batterij. Geen onafhankelijke richtlijn, max. dracht 10 K.M. Modellen zijn gemaakt van een 75 m.m. Pack Howitzer M. 1923 B met een max. dracht van 8250 M. Zeer veel aandacht wordt besteed aan het verbeteren der tijdbuizen: „The emphasis placed on the importance of time fuze development is primarily on account of the necessity for such a fuze for anti-aircraft fire, though our interest in this fuze both for use in shrapnel and in highburst ranging is material." Captain Wahl vervolgt zijn geschiedenis van „Battery „B" of the Twelfth Field Artillery during the late war." Colonel Griffin (veterinary corps) geeft een opstel over „Field Horseman ship", waarin waardevolle wenken betreffende de meest voorkomende tekortkomingen bij een troep te velde voor wat betreft de verzorging der paarden, marschdiscipline enz. „Artilleryman" pleit voor betere methoden „Concerning the use oï effi ciency reports". Hij wil voor officieren een soort van „qualification card" ingevoerd zien, waarop door opvolgende chefs aangeteekend worden de betrekkingen waarvoor de betrokken officier geschikt is gebleken; „this card should be regarded as an aid to assignment rather than as a measure of the individual's value to the service, and entries giving any other impression should be avoided". In „With the Motors" vinden we het relaas van een meerdaagsche oefening met Militor Trucks, welke zelf belast waren met 2 ton en boven dien 10 ton trokken. O. a. was een 24 c.M. Hw, ingedeeld bij de te vervoeren lasten. La Revue Maritime Mars 1924 en April 1924. In het Maartnummer schrijft H. Pariselle over „Les télémètres stéréoscopiques" en hoewel het artikel geschreven is met het oog op gebruik dezer instrumenten ter zee, staan er vele wetenswaardigheden van algemeen belang in. De slotcon clusies zijn: de nauwkeurigheid, die men er mee bereikt, zijn even groot

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 66