487 als bij „télémètres a coincidence"; betrekkelijk weinig menschen kunnen echter stereoscopisch zien; ze zijn bij meting op doelen zonder scherpe lijnen beter dan „invert" en „coincidence1' afstandsmeters. In het vervolg op „La guerre devant les ports beiges" wordt „1 embou- teillage" van de havens van Oostende en Zeebrugge behandeld en daarna „le blocus". In de „chronique" treffen we beschouwingen aan over Singapore of Sydney als vlootbasis, overgenomen uit „Naval and Military Record" en uit „Army and Navy Air Force Magazine". Verder een exposé van de in Amerika komende moderniseering van de vloot en beschouwingen over de in Januari 1924 gehouden manoeuvres in de Panamazóne en hetgeen daar gebleken is betreffende de verdedigenswerken van het kanaal. In het April-nummer de voortzetting van het hoofdstuk ,.Ie blocus" van La guerre devant les ports beiges", waarmede dit artikel tevens beëindigd wordt. In de „chronique" een uittreksel uit Army and Navy Journal be treffende de Amerikaansche Panama-manoeuvres. Heerestechnik. Marz 1924 en April 1924. Het Maartnummer bevat: Het vervolg van „Photographie von Artilleriegeschossen im Flugc bei Tageslicht." Het slot van „Einheit des Kalibers bei den lnfanteriewaffen?" Hierin vinden we de in Duitschland opgedane ervaringen op dit gebied. Het artikel besluit: „Der Krieg spezialisiert die Waffen; Friedenszeiten verein- heitlichen sie." Hauptmann Meyer-Becherer beëindigt „Zur Frage der Kraftzugartillerie." Als ideaal motorgeschut denkt hij zich een stuk, dat op goede wegen een groote snelheid (20—30 K.M.) kan ontwikkelen, terwijl daarbij het geschut zoowel als de weg gespaard wordt. Tevens moet het echter langen tijd, zonder dat de motor lijdt, met een snelheid van 4—6 K.M. zich kunnen voortbewegen. Het moet bovendien op eigen kracht in ieder terrein buiten de wegen vooruit kunnen komen Hij vestigt de aandacht op „Vierradantrieb" waarmede in vele gevallen evenveel bereikt werd als met „Raupenwagen". In het Aprilnummer vinden we vervolg van „Photographie von Artil leriegeschossen im Fluge bei Tageslicht"; hierin komen gegevens voor van vergelijkende metingen met den ballistograaf en den chronograaf le Boulengé, waaruit blijkt dat de ballistograaf in alle opzichten als snel heidsmeter voldoet. Prof. Dr Brunswig's „Explosivstoffe", bewerkt door Haupmann Justrow, wordt vervolgd evenals in het Maartnummer). Ook wordt begonnen met een opstel over „Brieftaubenwesen". The Coast Artillery Journal. February 1924. Brig. Gen. Johnson Hagood neemt in „Spotting for the Coast Artillery" zeer beslist stelling tegen de methoden van vuren met kustartillerie, zooals die worden aanbevolen door wat hij noemt: „imitation Field Artillery-men Hij verwerpt het vuren op bewegende doelen waarbij uitgegaan wordt van de waargenomen afwijkingen der schoten ten opzichte van het doel door vliegtuigen dan wel van den grond af en zegt: „if the target is vi sible from the shore stations then aerial observation is of no necessity if the target is not visible from the shore stations than aerial observation is of no value." Vliegtuigen zijn voor kustverdediging alleen van waarde voor verkennen, verjagen van vij. vliegtuigen, bombardeeren van vij. schepen en voor vuur leiding op vaste doelen in mogelijk verborgen ankerplaatsen. De beste resultaten voor „picking up and tracking a target" worden n. z. m. verkregen uit een kuststation, dat ongeveer 50 M. boven zeepeil is gelegen. „The target is best seen silhouetted on the skyline. If we go up high enough to have the target presented against a background of water we lose out on visibility". Hij stelt kustartillerie-vuur gelijk met een afsluitingsvuur. „It must be worked out in advance and then let fly. There is no time to adjust fire after it starts". Hij vindt het onlogisch de gege-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 67