c. Het schatten van afstanden. d. Het gebruik van het geweer en de daartoe noodzakelijke be grippen van de schietleer. Hoofdzaak hierbij is het individueel gevechtsschieten op de kleine afstanden (d. i. tot 400 M.). Steeds weder moet den man woraen ingeprent, hoeveel hij, bij oordeelkundig gebruik, van zijn geweer verwachten mag. Een zelfde meening omtrent de taak van het geweer vindt men ook in het Fr. inf. regl., waar dit zegt (11 p. 47): „le fusil est par suite l'arme du tir précis et ajusté du tir a tuer", terwijl ook ons „S. V. 1." van deze gedachte uitgaat. Het Eng. inf. voorschr. stelt het geweer nog hooger dan het D. en Fr. dit doen, met de woorden (11, 10, I) „Geweer en bajonet zijn de hoofdwapens van den infanterist. Het gevecht kan in laatste instantie slechts door deze wapens worden gewonnen". Wij zien dus hoe het geweer, na bij de snelle op komst der automatische wapenen een oogenblik bijna als ballast te zijn beschouwd, weder allerwege in eere is hersteld, zoodra men het in de veelheid van inf. wapens zijn eigen plaats had weten aan te wijzen, en wel, als het wapen voor het individueele juistheidsschot het „tir a tuer" op de korte afstanden (be neden 400 M.) 1Daar evenwel op deze afstanden de trefkans van de karabijn slechts weinig voor die van het geweer onderdoet (zie „Aanhangsel Schietvoorschr." 1917 blz. 24), verdient be wapening hiermede, vooral bij ons licht menschenmateriaal, wel zeer te worden overwogen. e. Het gebruik van de L. M. Alle officieren, onderofficieren en manschappen moeten dit wapen volledig leeren beheerschen (p. 64), m. i. het eenig juiste standpunt, waar men slechts in militie-legers met te korten dienst tijd noodgedwongen van moet afwijken. Zie verder onder C. Het gebruik van de handgranaat. De D. handgranaat weegt 600 gr., kan tot gemiddeld 25 M. en max. 40 M. geworpen worden en heeft een scherfwerking met een straal van 20 M. Iedere compagnie voert er 300 mede in den gevechtstrein. (Deel I C). De opleiding begint vroegtijdig en ook hiermede wordt iedereen geoefend; steeds moet den man wor den voorgehouden, dat de handgranaat het geweer aanvullen, doch nimmer vervangen kan (p. 48). g. Optreden tegen vliegtuigen en vechtwagens. Daar deze beide wapens aan het D. leger ontzegd zijn, schrijft het regl. voor, op alle mogelijke manieren o. a. door de rolprent Daar de vernietigende uitwerking onzer lichte inf. wapenen (G. M., gew. en kar.) op 300 M. begint, ware het m, i. wenschelijk, de grens der z g „kleine afstanden- naar dit getal te verleggen; de z. g. „middelbare afstandenwaren op te schuiven tot 1500 M. en zouden dan de werkings sfeer onzer zw. inf. wapens (Z. M.) aangeven, de gcoote afstandendaar boven die der art. De tegenwoordige getallen („G.V.I." p. 5) steunen op thans verouderde tactische inzichten. 508

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 18