den soldaat toch met den aanblik ervan vertrouwd te maken.
Tegen vliegers moet iedere dekking van boven en verder de
schaduw van boomen, huizen, wolken, enz. benut worden, terwijl
de soldaat moet weten, dat uit een vliegtuig op kleine doelen
slechts toevalstreffens mogelijk zijn. Door vechtwagens mag een
flink infanterist zich niet laten imponeeren, daar de materieele uit
werking ervan gering is. Hij laat hunne bestrijding aan de art. en
de zw. inf. wapens over en bindt zelf den strijd aan met de, ge
woonlijk dicht er achter volgende, vijandelijke inf. .Een dapper
soldaat kan met een tezamen gebonden hoeveelheid springstof
(b. v. handgranaten) een wagen buiten gevecht stellen (p. 50).
Dat Eng. en vooral Fr. den vechtwagen veel hooger aanslaan is
bekend.
i. Het benutten van verrassing.
De hooge waarde, welke het voorschrift aan verrassing toekent,
als middel om het beste materieel machteloos te maken, blijkt
ook weer hier, waar het als een afzonderlijk punt op het opl.
programma staat. Iedere man moet er steeds op uit zijn verrassend
te werken, zijn schot op een onverwacht oogenblik uit een onver
wachte plaats (b. v. uit boomen) af te geven en de uitwerking dei-
vijandelijke wapens door onverwacht verschijnen en verdwijnen
te verzwakken (p. 51).
j. Het gebruik van het pionier gereedschap.
Schop en geweer vullen elkaar aan; zoodra de recruut in het
terrein komt, moet hij op het groote belang van de schop gewezen
worden en in het gebruik daarvan in liggende houding volmaakt
geoefend. Het is leerrijk de menschen daarbij in twee partijen
tegenover elkaar op te stellen, zoodat zij wederzijds het gedekte
graven kunnen controleeren (p. 53). Eveneens moet het stuksnij-
den van draadversperringen worden beoefend en het vernielen
daarvan met springstoffen (p. 49). In dit verband valt er op te
wijzen, dat onze militie in de Buitengewesten niet met klein
pioniergereedschap kan worden geoefend, wegens het ontbreken
daarvan, wat aanmerkelijk schade doet aan de gevechtsopleiding.
k. De nadering tot den vijand.
De man moet leeren begrijpen, dat het wezen van den aanval
bestaat in het zoo ongeschokt mogelijk nabij den vijand brengen
van de levende stootkracht, onder de dekking der vuurkracht van
de L. M.'s, zw. inf. wapens en art., om dan hier met het geweer
schot, de handgranaat en het blanke wapen de beslissing te bren
gen. Dit is de echt-Duitsche aanvalsthcorie, mede min of meer
gehuldigd door Eng., Am., Ned. en Italië, welke lijnrecht tegen
over het FF ,,1'attaque e'est le feu qui avance" („Instr. sur
l'emploi des grandes unités" 1921: p. 102) staat. Bij de beoefening
hiervan moeten enkele menschen en mitr.'s als tegenpartij worden
opgesteld, teneinde door schoten z. m. vergezeld van het
roepen of aanteekenen van den naam van den betrokkene (Schr.)
509