groep", „niet zoo hard", „mij niet voorbij" enz. Bij de opleiding
van de groep in het terrein ging het niet anders.
Èn de groepscommandant, èn de man moeten veel meer „han
delen" en „denken" dan vroeger.
Kan elk sergeant even handig en met evenveel overleg met zijn
groep werken, als hierboven is aangegeven, dan volgt de rest
(opleiding van de sectie en de compagnie) als van zelf.
II. Aanval op een mitrailleurnest.
ONDERSTELDE TOESTAND: Blauw valt, na overwinnend
gevecht, roode achterhoede aan.
OPDRACHTEen G. M.-groep, aan beide zijden aangeleund,
is tot op 200 M. gedekt den vijandelijken mitrailleur a genaderd,
en wordt hier door vuur verhinderd verder voorwaarts te gaan.
Hoe verloopt voor haar de verdere aanval?
VIJAND: Mitrailleur a ligt in de aanvalsstrook van de groep,
ingegraven, goed gedekt. Mitrailleur b wordt door de rechter-
nevengroep aangevallen. Mitrailleur c is door een artillerie-vol
treffer buiten gevecht gesteld.
Iets schuin op de vijandelijke stelling loopt een straatweg me;
ondiepe greppels aan weerszijden.
UITVOERING: De groepscommandant laat in de eerste plaats
de G. M. bediening met G. M. in den greppel schuinsrechts ver
dwijnen met opdracht, een stelling in te nemen, van waaruit de
vijandelijke mitrailleur a flankeerend onder vuur kan wor
den genomen en tevens de vijandelijke mitrailleur b kan worden
waargenomen.
Gelukt de uitvoering hiervan, dan b 1 ij v e n de geweerschutters
der groep zich geheel dekken; wordt de voorwaartsbeweging
van den G. M. opgemerkt en door den vijand onder vuur genomen,
dan moet de groep door juist heidsvuur den vijandelijken
mitrailleur „er onder houden", althans minstens z ij n vuur
hinderen.
Is nu de G. M. in stelling gebracht en heeft hij het vuur geopend,
dan begint het voorwaartsgaan van de groep. Hoe? De groeps
commandant geeft telkens vóór het begin der beweging door toe
roepen aan, tot welk punt de groep voorwaarts moet gaan: voor
eerst tot aan de greppel, daarna tot aan de volgende zich voor
doende, zij het nóg zoo geringe dekking; tenslotte tot aan de
stormstelling. (Niet ieder op zijn eigen houtje; er moet samen
hang in de groep blijven; ze moet in de hand blijven van haar
commandant). De manier, waarop vooruit wordt gegaan, is hier
weer niet in theorie na te gaan en hangt af van terrein en vijand.
Na gelukken van den stormaanval wordt de aanval in de bevolen
richting voortgezet.
525