A. voor het 1ste stuk (aantal schoten 13)
a. betreffende de baan
grootste verschil in lengte 73 M.
Hieruit volgt een LSso 34 M.(')
b. betreffende de Spn.:
grootste verschil in lengte 122 M.
idem in hoogte 41 M.
Hieruit volgt een LS50 Spn.=56 M.
en een HS3oSpn.= 19M.=40/00.
B. voor het 2e stuk (aantal schoten 13)
a. betreffende de baan:
grootste verschil in lengte 91 M.
Hieruit volgt een LS50 41 M.
b. betreffende de Spn.:
grootste verschil in lengte 167 M.
idem in hoogte 41'/2 M.
Hieruit volgt een LS50 Spn.=77 M.
en een HS30Spn.=19M.=40/00.
C. Voor het 3de stuk (aantal schoten 15.)
a. betreffende de baan
grootste verschil in lengte 90 M.
Hieruit volgt een LS50 39 M.
b. betreffende de Spn.
grootste verschil in lengte 140M.
idem in hoogte47lj2 M.
Hieruit volgt een LS50 Spn 62 M.
en een HSso Spn 21 M. 4 °/00.
D. Voor de batterij
Hoewel het wiskundig onjuist is van eene batterij-spreiding
te spreken, daar hiertoe waarnemingen, niet met hetzelfde
instrument (stuk) verkregen, bij elkaar moeten worden ge-
0). Voor de berekening der S50 uit een groep schoten kan men gebruik
maken van de verhouding, die bij een zeker aantal schoten bestaat tus-
schen den afstand der uiterste schoten en die S50.
De verhoudingsgetallen zijn:
aantal schoten:
verh. getal
aantal schoten:
verh. getal
aantal schoten:
verh. getal
aantal schoten:
verh. getal
535
1,
2,
3,
4,
5,
6,
7.
8,
9,
0,64,
1,0,
1,25,
1,43,
1,51,
1,7,
1,83,
1,9,
10,
11,
12,
13,
14,
15,
16,
17,
18,
1,98,
2,05,
2,11,
2,17,
2,22,
2,27,
2,32.
2,36,
2,40,
19,
20,
22,
24,
26,
28,
30,
32,
34,
2,44,
2.47,
2,54,
2,6,
1,65,
2,7,
2,74,
2,68,
2,82.
36,
38,
40.
2,87,
2,89,
2,92.
