vankelijk gestelde vraag Is dus nu geworden tot deze: beteekent
dat minimum een voorbereiding tot in details, of kan in bepaalde
gevallen met een korte en zeer elementaire voorbereiding worden
volstaan?
De schrijver spreekt hier van „Organisation kurzer Hand", Als
definitie van dat begrip geeft hij het volgende: „Gliederung des
Angriffs auf Grund der in; Marsche innegehabten Gliederung ohne
Zeitraubende Umstellung; Artillerie kurzer Hand den entstehenden
Kampfgruppen zugeteilt, ohne Möglichkeit gröszerer Zusammen-
fassung des Feuers fur den Anfang; Schwergewicht der infante-
ristischen Führung bei Bataillon und Regiment; Beginn der Ge-
fechtstatigkeit vor vollendetem Aufmarsch, das heiszt Vollendung
des Aufmarsches im Laufe des Gefechts".
Voor de beantwoording van die nieuwe vraag dienen zeer bij
zondere gevallen te worden uitgesloten, n. 1. die, waarbij het volle
dig organiseeren van een aanval toch door de omstandigheden
onmogelijk wordt gemaakt, dan wel geheel overbodig is.
Daartegenover staat, dat een aanval op een tegenpartij, die den
tijd heeft gehad zich in het terrein vast te zetten en krachtig te
versterken, uit den aard der zaak zoo zorgvuldig mogelijk moet
worden voorbereid.
Wel is de schrijver van meening, dat men er soms in zal kunnen
slagen, de tegenpartij door snel handelen te beletten, zich in het
terrein vast te zetten en te versterken. Het is zijn bezwaar tegen
het Fransche standpunt, zooals dit door den Luit.-Kol. Alléhaut
werd uiteengezet, dat aangenomen wordt, dat beide partijen op
ongeveer een dagmarsch van elkaar zijnde, door de luchtverken-
ningen volkomen van eikaars handelingen en plannen op de hoogte
zouden zijn, zoodat er tijd genoeg is om den aanval volkomen te
organiseeren.
Inderdaad schijnt dit een zeer aanvechtbaar standpunt en zeer
terecht legt de Zwitsersche auteur den vinger op deze zwakke plek.
Wat kan er in een etmaal al niet veranderen. Zelfs al zouden de
vliegers heden vaststellen, dat de vijand bezig is zich in het terrein
te versterken, dan mag men nog niet met zekerheid zeggen, dat
hij zich daar vandaag inderdaad zal bevinden. Hij kan evengoed
terug zijn getrokken of, tengevolge van nieuwe bevelen of wegens
het aankomen van versterkingen, in onze richting in opmarsch zijn.
Ik herinner slechts aan het gebeurde bij Ethe, toen men meende,
dat de vijand terug was gegaan, terwijl hij in werkelijkheid in
breed front, ten volle tot het gevecht bereid, krachtig kwam op
zetten.
Geheel ingestemd kan dus worden met de meening van den
schrijver, waar hij aanneemt dat het zeer wel mogelijk zal zijn,
dat voor beide partijen de toestand eerst volkomen duidelijk wordt
op het oogenblik, dat ze elkaar al zoo dicht zijn genaderd, dat een
snelle en krachtig doorgevoerde aanval van de eene partij de
546