andere de gelegenheid om zich vast te zetten en te versterken
volkomen beneemt.
Ook het terrein spreekt een krachtig woordje mee. En vooral
in Zwitserland zal dit het geval zijn. De schrijver wijst er op, dat
in sommige deelen van zijn vaderland het op geruimen atstand
van den vijand reeds volkomen organiseeren van een aanval, zoo
als het Fransche standpunt dat wil, onmogelijk zou zijn, omdat
men dan niet meer vooruit zou kunnen. In dergelijke gevallen zal
men dikwijls gedwongen zijn „vor der Nase des Gegners auf zu
marschieren", zooals hij het uitdrukt, of wel tot het defensief te
besluiten. En hij meent zelfs, dat er zich verschillende gevallen
kunnen voordoen, waarbij het zou blijken niet eens een voordeel
te zijn om voo-r den aanval, op zijn Fransch, „vollendet organisiert"
te zijn.
Hij komt tot de conclusie, dat een aanval, ook zonder aldus
tot in de kleinste bijzonderheden voorbereid te zijn, nog zeer wel
kans van slagen heeft. De terreinomstandigheden, de bekwaam
heid der aanvoerders en de vermogens van den troep hebben
immers zulk een grooten invloed. Een goede, dappere infanterie
zal altijd nog heel wat kunnen volbrengen wat voor een minder
goede onmogedjk is. De moreele factoren zullen hier een zwaar
gewicht in de schaal werpen.
„Eine geschickte, gut gefiihrte und tapfere Infanterie wird in
einem Gelande, das nicht in extremer Weise der feindlichen
Artillerie fiir Schieszen, Beobachtung und Munitionszufuhr alle
höchsten Trtimpfe in die Hand gibt, auch mit einer Organisation
kurzer Hand, einer raschen Gliederung aus den groszen Marsch-
formationen heraus, und einer einfach und rasch organisierten
Mitwirkung der Artillerie mit Erfolg angreifen können".
Vooral indien er voldoende operatie-ruimte beschikbaar is doen
zich de voordeelen van zulk een aanval „kurzer Hand" sterk ge
voelen.
Bij een geneel zelfstandig optredende troepenmacht (hetzij deze
groot of klein is) die de noodige vrijheid van beweging heeft,
speelt de vrijheid in de keuze van de aanvalsrichting een zeer
groote rol. Daarin toch ligt voornamelijk het eigenlijke, innerlijke
overwicht van den aanval op de verdediging. Het is die vrijheid
in de keuze van de aanvalsrichting, welke aan een-bekwaam bevel
hebber het middel in handen geeft om .zoowel het behaalde succes
te verzekeren, als de uitwerking er van zoo hoog mogelijk op te
voeren. Zij komt het best tot haar recht, als de tegenpartij niet
meer in staat is om, door veranderingen in zijn opstelling naar de
bedreigde richting, voldoende tegenmaatregelen te nemen, zoodat
de stoot hem treft hetzij in zijn flank, hetzij op een haastig ineen
gezet, en nog niet geheel gereed, nieuw front.
„Die Fahigkeit, aus der Organisation kurzer Hand heraus
anzugreifen, ist daher eine unentbehrliche Eigenschaft fiir eine
547