563 de afdeelingen die oorspronkelijk met de veiligheid belast waren, van nature bestemd zijn om het innemen van de gevechtsopstelling te be schermen. Daartoe zuller. zij zich gewoonlijk het bezit moeten verzekeren van verschillende terreindeelen en wel van die welke, naar de. meening van den divisiecommandant, voor de verdere doorvoering van het gevecht van bijzondere waarde zullen zijn. In de meeste gevallen zal dit eerst kunnen geschieden als er artillerie gereed staat om ze te steunen. Zoodra ze in het bezit zijn van de bedoelde terreindeelen, moet de artillerie hen helpen ze te behouden. Opvallend is het schematische in het Belgische (Fransche) standpunt. Men zie bijv. de bijlage 5 van dit artikel. Men wil op alles voorbereid zijn en tracht zich te dekken tegen- honderd gevallen die zich kunnen voordoen, maar onwillekeurig dringt zich de vraag op wat er gedaan zal worden als het honderd en eerste geval, waarop men niet gerekend heeft, zich voordoet. Zal dan die heele machine soepel genoeg zijn om zich aan te passen En vooral, zullen de geesten soepel genoeg zijn Een volgend artikel handelt over den steun, door de (zware) mitrs aan de infanterie te geven. De schrijver komt tot de slotsom, dat het geen aanbeveling verdient om de mitrs te splitsen want het is de eenige (vuur) steun, dien een (Belgisch) bataljonscdt zijn troep nog kan geven als zijn compagnieën in gevecht zijn. Hij acht het dus beter, dat ze als vuurreserve in diens hand blijven. Verder geeft hij nog beschouwingen over de wijze van vuren dezer mitrs in verschillende gevallen. Vermelding verdient verder een verslag van eene lezing, in het garni zoen Brussel gehouden, over: „L'éducation morale des troupes". Revue Militaire Franyaise. Mei, Dit nummer opent met het vervolg op het reeds genoemde: „La division légère automobile". Een der volgende artikels heet: „L'étude des campagnes de Napoléon est-elle encore de quelque utilité." De schrijver komt, na beschouwing van verschillende operaties in den grooten oorlog, tot de slotsom dat hetgeen Napoleon leerde nog van kracht is en zegt: Comme du consentement unanime des peuples le „Maitre de la guerre" c'est Napoléon, adressons-nous a lui pour - comprendre la guerre. Et tout en recherchant opiniatrement les engins les plus redoutables de guerre et leur mode d'emploi le plus efficace, n'oublions pas que l'art de la guerre a des principes invariables, que le tout est d'y savoir ajuster les moyens nouveaux." Hiermede zal zeker iedereen het wel eens zijn. De schrijver wekt verder op tot de studie van Napoleons veldtochten. Een belangrijk artikel is nog dat, getiteld: ,,Les photographies aériennes et leur étude au point de vue militaire". Het eerste gedeelte van deze studie is gewijd aan den stellingoorlog, het tweede deel aan den bewe gingsoorlog. De schrijver wijst er op, dat men in laatstgenoemden oorlog niet de zelfde diensten van de luchtfotografie kan en mag verwachten als in den stellingoorlog. Alles gaat zoo veel vlugger en is zooveel ver anderlijker. Maar toch zal, naar zijne meening, ook in den bewegingsoorlog nog een belangrijke taak voor dien tak van dienst zijn weggelegd, mits er slechts voor wordt gezorgd, dat het materieel voor opname en ontwik keling van uitstekende kwaliteit is en de geoefendheid groot. Want wil men er iets aan hebben, dan zullen de verschillende handelingen en werkzaamheden met groote bekwaamheid en snelheid moeten geschieden. Revue de Cavalerie. Maart/April. Uit deze aflevering vermelden we de studie getiteld: „Opérations de la 2e division de cavalerie sur les monts des Flandres", welke verschillende gebeurtenissen in de tweede helft van April 1918 behandelt. Verder zij de aandacht gevestigd op het stuk.- „Le dressage des jeunes chevaux et la balie a cheval" en op het artikel„Action de cavalerie au Maroc". Revue Militaire Suisse. Mei. De artikels „Le Haut Commandement ei l'ötat major" en „Une légende (la faillite de la fortification permanente

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 77