564
pendant la grande guerre)'' worden vervolgd. Daarop volgt het eerste
gedeelte van een artikel „Adapter" (Notre aviation militaire et ses difficultés).
De schrijver vestigt de aandacht op de moeilijkheid om in een land met
een leger, gerecruteerd en geoefend als het Zwitsersche, een militairen
vliegdienst te organiseeren. Niet minder groot is de moeilijkheid van de
aanvulling der vliegtuigen en van de benzine, daar het land geheel op de
import is aangewezen. Ten slotte heeft men nog het, naar schrijver hoopt
tijdelijke, bezwaar van het gebrek aan het noodige geld dat ook op Zwit
serland drukt, hetwelk het land belet het noodige voor zijn vliegdienst te doen.
Om uit deze moeilijkheden te geraken zal men middelen moeten vinden
om zich te behelpen, maar dat is niet zoo heel eenvoudig. De schrijver
begint met te bespreken de kwestie of het nuttig en wenschelijk is een
burgerlijken luchtdienst te scheppen, een vraagstuk dat ook door Neder-
landsche schrijvers wel ter sprake wordt gebiacht als het om de Neder-
landsche en onze luchtvaartdiensten gaat.
In een volgend nummer zullen wij zien tot welke conclusie hij komt.
Revue d'lnfanterie. Mei. Het eerste artikel van dit nummer heet: „Les
combats de nuit" en geeft achtereenvolgens een uiteenzetting van het
groote belang van de bestudeering van nachtgevechten, van het nut dezer
gevechten en eene geschiedkundige opsomming van de voornaamste ervan.
De studie betreffende het toepassen van de veldversterkingskunst in den
oorlog wordt in dit nummer vervolgd; thans wordt behandeld het verster
ken van het terrein op grooten afstand van den vijand.
„Vers Ethe" volgt daarna. Dit artikel geeft eene beschrijving van den
marsch der 7e divisie op 21 Aug. 1914, dus op den dag voor het gevecht
bij Ethe. (Zie I.M. T. Febr. nummer). Ook op dezen marschdag werden
vele fouten gemaakt, die natuurlijk van invloed zijn geweest op de onge
lukkige gebeurtenissen van den volgenden dag.
Zij verder nog vermeld het artikel: „La conduite du feu dans le tir
indirect des mitrailleuses".
Bulletin Beige des Sciences Militaires. Mei. Voortzetting van de uitgebreide
geschiedkundige beschrijving der operaties van het Belgische leger in 1914.
„L'enveloppement a la guerre" is de titel van het volgende stuk. In
de algemeene beschouwingen, welke deze studie openen, vinden we menig
woord dat de aandacht verdient. Zoo b.v. „L'esprit inventif du chef joue
ici le premier röle. L'enveloppement tactique tire sa valeur surtout de
l'effet de surprise qui produit l'ebranlement moral de l'enveloppé se
sentant menace dans sa ligne de retraite". En ter andere plaatse: „L'en
veloppement de l'adversaire par des moyens stratégiques fut toujours au
premier rang des conceptions des grands capitaines". Na de inleiding
volgt een geschiedkundig overzicht, hetwelk verschillende voorbeelden
geeft. Het artikel zal worden vervolgd.
Het stuk „Une batterie de montagne", zijnde de geschiedenis van een
koloniale bergbatterij in Duitsch Oost Afrika, wordt in dit nummer
beëindigd.
Het thans brandende vraagstuk omtrent het gebruik van lichte troepen,
met name van cavalerie en wielrijders gecombineerd, wordt hier ook
besproken en wel in „Cavalerie et cyclistes" De schrijver is van oordeel,
dat de cavalerie het wapen is en blijft voor de verkenning op den grond
en dat het de taak der wielrijders is haar daarbij te helpen en op elk
gewild oogenblik te steunen met hun (infanterie) vuur,
„Vérification du faisceau" geeft eene studie over het verbeteren van de
ligging van het vuur eener batterij.
Alg. Schw. Militarzeitung. No. 12. Uit deze aflevering verdient de aan
dacht een artikel „Marschgliederung und Fliegerwirkung", hetwelk eene be
spreking is van een gelijknamig boekje, dat geschreven is door den bekenden
kapitein Waldemar Pfeifer. In dit werkje wordt gezegd, dat indien een
der partijen het meesterschap in de lucht heeft, het voor de andere vrijwel
ondoenlijk wordt om overdag (en zelfs bij heldere nachten) in colonnes