dat ook in Amerika wordt toegepast blijkt dus toch wel „kriegs-
maszig" te zijn.
Tijdens de doorvoering tracht de s. ct zich een oordeel te vor
men over de gunstigste plaats voor het binnendringen in de vij.-
linie; zijne melding hierover zal dikwijls de grondslag zijn voor het
gebruik der zware inf. wapens, der artillerie en der reserves. Na
dert het oogenblik der beslissing, dan moet hij zijne achterwaart-
sche groepen meer en meer aantrekken om de noodige stootkracht
te verzamelen. Ziet hij, dat één of meer zijjier groepen een storm
loop kunnen wagen, dan geeft hij het afgesproken teeken tot vuur-
verlegging door de zware wapens. Benut een g. ct de daardoor ge
schapen gelegenheid niet, dan sleept de s. ct de aarzelenden door
voorbeeld en co. mede (p. 247). Nogmaals wijzen wij hier op
het contrast van dit aan de oorlogservaring ontleende gevechts
beeld met het gevaarlijke anachronistische voorschrift in p. 63
van ons „G. V. Het oogenblik na een gelukten stormloop eischt
van den s. ct den vollen inzet van zijn persoonlijkheid. Dikwijls
zal slechts een deel der sectie in een smalle strook binnengedron
gen zijn; verbreeding van het geslagen gat, weder opbouwen der
diepte-opstelling, beveiliging tegen vijandelijke gevechtsvliegers
en tegenstooten maken dan snelle, korte bevelen aan de cn dei-
groepen of gev. groepen noodig. Met den c.ct, de zware inf. wapens
en neveneenheden moet opnieuw verbinding worden gezocht (p.
248). Tegen nesten, welke de sectie met hare eigen middelen niet
overweldigen kan of die van ter zijde met flankvuur het verder
doordringen beletten, roept de s. ct de hulp der zware inf. wapens
in en tracht dan zijne groepen tusschen deze nesten door te persen.
Zwakkere weerstandskernen worden z. m. door flankvuur en om
vatting ten val gebracht. Met zijne achterste groepen beschermt
de s. ct daarbij voortdurend de onbekommerd om hunne flanken
doorstootende voorste groepen, terwijl hij waakt tegen afdwalen
uit de aanvalsrichting. De steeds wisselende gevechtsomstandig
heden wijzigen dikwijls de samenstelling der gevormde gevechts
groepen (p.p. 246, 249). Heeft de aanval geen beperkt doel, dan
wordt de strijd doorgezet tot 's vijands weerstand verlamd is en
met een niets ontziende vervolging besloten (p. 250). Het voor
gaande samenvattende voor wat betreft de taak van den s. ct bij
den aanval kan worden gezegd, dat deze bestaat uit: 1°. Regelen
van het samenspel tusschen vuur en beweging. 2°. Voortstuwen
der beweging tot aan de vernietiging van den vijand. Vergelijken
wij hiermede de desbetreffende punten uit het Fransche reglement,
dan zien wij daarentegen het zwaartepunt gelegd op: leiding geven
aan het vuur der G. M.'s en voortstuwen der beweging daarvan
tot aan de bereiking van een voorgeschreven lijn (II, p. p. 256 en
266). Ook hier ziet de Duitscher den vijand, dien hij naar de keel
Zie J. M. T." 1922 Juni blz. 27.
576