634 ting mijn stem zal onthouden, indien daarin niet enkel en alleen een poli- tioneele taak naar voren komt. De heer Stokvis motiveerde een o.a. door hem ingediend amen- dement tot schrapping van den post van f 70.000 voor houwitsers als volgt: Wat nu de doelstelling betreft van het leger, zooals die in de Memorie van Antwoord staat beschreven, is het voor mij niet anders op te vatten dan dat hier een direct verband is gelegd tusschen de taak van het leger en van de vlrot, die er nog moet komen. Dit verband wensch ik in geen enkel opzicht te aanvaarden. Van deze opvatting vind ik een bevestiging ten eerste in de toelichting op onderafdeeling 915 van de uitgaven in Nederland. Daar staat nl. geschreven, dat het onderdeel a van onderaf deeling 915 o.a. zal dienen als eerste termijn, als beginpost voor het treffen van de noodige voorbereiding voor de aanschaffing van moderne houwitsers tot een bedrag van f 70.C00. En in direct verband met dien post vinden wij in de Memorie van Antwoord op bladzijde 1 eerste kolom ongeveer onderaan „Vermits die doelstelling naast het beheerschen van den inwendigen toestand ook omvat het keeren van vreemd geweld, dat is de verde diging van de steunpunten voor de vloot, zal het onvermijdelijk zijn het leger te bewapenen met doelmatig geschut, w.o. thans meer 'in het bijzonder te verstaan moderne veldhouwitsers. In dit licht beschouwd kan de voorbereiding van de aanschaf fing want hier gaat het voor het oogenblik om van evenbedoelde geschutsoort bezwaarlijk worden beschouwd als inciden cel vooruit- loopen op een oplossing van het defensievraagstuk". De voorbereiding niet, Mijnheer de Voorzitter, de aanschaffing van de houwitsers wel. Slaagt de voorbereiding - anders zou men dien post niet voorstellen dan komen de houwitsers er. Ik acht hier dus een verband aanwezig tusschen de uitbreiding van de artillerie-bewapening van het leger en de vlootwet, die er nog niet is en ik vind, dat wij ons van zulk een verband ganschelijk vrij moeten houden. Daarom heb ik met de heeren Kayadoe en Soeroso een amendement ingediend om dat verband onmid dellijk weg te nemen. Een bezuinigingsamendement, Mijnheer de Voorzitter, is dat natuurlijk niet. Ik sta principieel tegenover deze geheele begrootings- afdeeling en zal er als gewoonlijk mijn stem tegen uitbrengen. Het gaat hker echter feitelijk om een zaak, die met den inhoud van de begrooting zelf weinig verband houdt. Het gaat hier om de algemeene staatkundige kwestie, of wij vóór er een vlootwet voor ons ligt een voorbereiding van de legerbewapening zullen toestaan, welke met de vlootwet, die er nog niet is, direct verband houdt.— Verder openden de beraadslagingen geen nieuwe gezichtspunten. Het amendement Stokvis werd verworpen. De geheele begrootingsafdeeling werd aangenomen met 27 stemmen voor en 8 sremmen tegen. 9. VERANTWOORDING VAN TEN BEHOEVE VAN „INDISCH BRONBEEK" ONTVANGEN GELDEN. Volgens de vorige opgave werd in totaal ontvangen Sedert werd nog ontvangen van Offn. 13e Bat. Inf. te Malang. Plaats. Mil. Commandant Kendari. n Badjawa Endeh Gewestelijk Geniechef Koefa-Radja Commandant le Div. Mar. Blang-Kedjeran Lam Meulo f 342,(8 28,75 7,50 6,35'/2 23,25 6,~ 10,— 8,-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 62