10. BOEKAANKONDIGING. De waarde van het Leger voor de zedelijke volksopvoeding, door H. Y. G oenewegen Jr., Eerste Luitenant, Leeraar aan de Eerste School voor Verlofsofficieren te Amersfoort, 's Gravenhage, de Gebroeders van Cleef, 1924. In dezen tijd van legerverguizing behoort er moed toe, een publicatie van dezen aard het licht te doen zien. De schrijver, waardig in zijn betoog, slaagt er in, de voordeelen aan te toonen van den dienstplicht, vooral in dit tijdsgewricht en bovendien vooral in ons Vaderland. Moge het boekje komen in de handen van velen, die zich nog niet door ingekankerde vooroordeelen den weg tot helder zien en eerlijk wikken en wegen hebben laten afsnijden. Jaarverslag der Stichting „Verblijf Oud-Indisch Militair" te Nijmegen, over het jaar 1923 (Stichting van Boxtel). Deze zoo nuttige instelling, waarvan het doel hier wel niet uiteengezet zal behoeven te worden, blijkt, als tegenwoordig zoovele andere, met financieele moeilijkheden te kampen te hebben. Behalve in het voor een bedrag van 6000 gulden betrokken zijn in het faillissement eener Bank, is de oorzaak daarvan mede te zoeken in hoogere exploitatiekosten. Wie donateur der stichting wenscht te worden, wende zich tot het Bestuur, Oude Varkensmarkt 41, Nijmegen. Minimum contributie f 2,50 per jaar. De samenstelling van dit Bestuur waarborgt een oordeelkundig gebruik der gelden. M.B. 11. ORGAAN N.I.O.V. AUGUSTUS-NUMMER. Het nummer opent met een woord van het H. B. ter nagedachtenis van de groote figuur, die onlangs van ons werd weggenomen, den Generaal van Heutsz. In „Nogmaals de Militaire School" neemt de heer Scheffelaar stelling tegen de meening, dat in den tegenwoordigen tijd de troep nog bibitvoor den officiersrang zou kunnen opleveren. „De troep reikt niet n-eer tot het peil van het onderwijs aan de M. SDe tegenwoordige oorlogvoering eischt een behoorlijken intellectueelen grondslag bij allen, die zich voor de officiersopleiding aanmelden." Blijft de H.B. S. in gebreke, de noodige aanvulling te leveren, dan zou Schr. tot het beurzen stelsel wenschen over te gaan, dat hem zéér goed uitvoerbaar voorkomt. Hij hoopt en ver trouwt evenwel, dat deze maatregel niet noodig zal zijn. „Het beroep van Officier, het mag dan al niet weelderig zijn, is nog altijd goed en eervol." De H.B S, zal daarom niet blijvend te kort schieten in het leveren van de benoodigde aanvulling. Maar, welke maatregelen ook getroffen mochten moeten worden, „onze zorg zij immer, uitsluitend tot ons te trekken die genen, die onmiskenbare blijken hebben gegeven, te staan op het voor den Officiersstand vereischte zedelijke en intellectueele peil." Volgt het Volksraadsoverzicht, een Uittreksel uit de tweede Nota van de Salariscommissie en het overzicht uit Pers en Periodiek. M. li. 12. OVERZICHT NEDERLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN. Mavors. Juni 1924. Hierin trekt in de eerste plaats onze aandacht een verslag van den kapitein H. C. van der Bijl, over oefeningen der school- compagnieën van het regiment Wielrijders. Zoowel wat betreft het gebruik van wielrijders-organisaties, die als surrogaat van cavalerie in Nederland 636

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 64