s. ct het vuurplan heeft georganiseerd, laat hij de vuurleiding aan de g. cn over, slechts zal hij zich, terwille van de verrassing, de vuuropening dikwijls voorbehouden. In zwaar vijandelijk vuur mag hij de bezettingen der nesten en steunpunten (groepen en gev. groepen) veroorloven, tijdelijk naar voren en opzij, doch niet naar achteren uit te wijken (p. 263), een beperkte toepassing dus van het beginsel der „elastische verdediging"Een desbetreffend punt uit het Duitsche gevechtsvoorschrift („F. u. G." p. 358, laatste al.) gaat nog iets verder en staat ook het definitief uitwij ken naar voren of opzij, om uit een ander punt de verdediging voort te zetten, toe. Bij zéér gedisciplineerde, geroutineerde en moreel hoog staande troepen zal dit m. i. gunstig werken en noodelooze verliezen voorkomen, bij troepen van minder gehalte, w. o. militie met 5'/2 mnd eersten oefentijd, zou dit uitwijken even wel meestal het begin van het einde- worden. Dringt de vijand in de sectiestrook binnen, dan moet de s. ct hem, zoo dit slechts eenigszins mogelijk is, door een onmiddellijk in te zetten tegen stoot terug trachten te werpen (p. 264). Hiertoe zondert hij bij de bezetting der stelling een kleine reserve af, desnoods bestaande uit slechts enkele manschappen (p. 258). Ook het Eng. en het Fr. voorschrift kennen zulke partieele tegenstooten immediate local countre attacks", „Inf. Tr." II biz. 91 en „contre attaques immédiates"d'I." II p. p. 433, 434 en 408), uitgevoerd door daartoe vooraf bestemde troepen, waarbij zij beide evenwel blijk baar grootere eenheden dan een onderdeeltje van een sectie voor oogen hebben. Ons „G. V. staat slechts tegenstooten toe door troepen in tweede, c. q. derde linie (plaatselijke reserves) (p. 98). Waar wij het verdedigend gevecht voornamelijk in bedekt terrein zullen voeren, ware aan den tegenstoot een grootere plaats in te ruimen. Met nadruk zal er evenwel op gewezen moeten worden, dat hierbij het vuur van met succes werkende automatische wapenen niet onderschept mag worden. Een niet in het voorste échelon ingezette sectie krijgt hare op dracht van den c. ct, doch zal soms zelfstandig het besluit tot een tegenstoot moeten nemen (p. 265). E. De Compagnie. 1. ALG. BEPALINGENDe c. ct moet op de compagnie het stempel zijner persoonlijkheid drukken; zonder een plichtsgetrouw, kameraadschappelijk samenwerkend o. o. korps zijn evenwel geen goede resultaten te bereiken. De opleiding van den enkelen man moet er van den aanvang af mede rekening houden, dat hij in het gevecht dikwijls zelf zal moeten beslissen en handelen (p. 268). Het moet o. i. van een militair standpunt, vooral t. o. v. E^ir. militie, buitengewoon worden gewaardeerd, dat het moderne gevecht deze individualiseering der opleiding eischt, daar de opleiding hierdoor in overeenstemming kan blijven met de richting, waarin zich de geheele maatschappij nu eenmaal bewogen heeft. De weerzin, 578

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 6