doch dit moest natuurlijk voor den geheelen duur der vijandelijk
heden worden verlengd, waarbij met de grootste zorg rekening
diende te worden gehouden met de voortdurende vermindering der
oogsten.
Gedurende den loop van den oorlog heeft deze methode niet
altijd even soepel gewerkt, omdat de handelstransacties, door de
mobilisatie tijdelijk stopgezet, zich weer herstelden, waardoor de
Staat in concurrentie kwam met particuliere koopers, zoodat men
enkele malen tot de requisitie zijn toevlucht moest nemen.
De wijze van aanschaffing was verschillend naar gelang van de
levensmiddelen.
üraan.
De Fr. graanproductie bedroeg vóór den oorlog gemiddeld 80
a 90 millioen centenaren en was vrijwel voldoende voor de voeding
van de bevolking.
De oogst van 1914 was verlaat geworden door een regenachtige
Juli-maand.
De z. g. „soudure" was moeilijk, zoodat men een beroep moest
doen op den N.-Afrikaanschen oogst. Door de aanwezigheid van
de Goeben en de Breslau in de Middellandsche Zee kwam het
Russische graan, bestemd voor de bevolking van de Z.-Oostelijke
departementen, niet te Marseille aan, zoodat men het koren uit
Algerie afkomstig grootendeels daarvoor moest bestemmen.
Voor de approviandeering van de burgerbevolking te Parijs was
alleen reeds 16000 centenaren meel per dag noodig, eene hoeveel
heid overeenkomende met die benoodigd voor het geheele leger.
Aangezien ook de belegeringsvoorraden voor de vestingen Mau-
beuge en Langres, zoomede voor Parijs, in geval van insluiting,
moesten worden bijeengebracht, vertegenwoordigde het geheel
enorme hoeveelheden graan en meel, welke voor deze oorlogs
periode noodig waren.
In de Atlantische Oceaan was bij het uitbreken van den oorlog
vrij veel graan „zeilende", waarvan men een deel door aankoop
kon doen afvloeien naar Fr. havens. Voorts werden orders ge
plaatst in de V. S. en hoewel de oogst van 1914 door de bezetting
van de Noordelijke departementen door de Duitsche legers een
deficit vertoonde van 4 a 5 millioen centenaren, heeft men niet
temin door de getroffen maatregelen kans gezien de moeilijkheden
te boven te komen en een voorraad graan bijeen te garen voor de
behoefte van 3 maanden.
De oogst van 1915 vertoonde echter een grooter te kort, waar
door men genoodzaakt was den import uit te breiden, hetgeen door
de ongunstige koers van de franc groote nadeelen had. In 1916
werd te Londen een speciaal bureau voor den aankoop van graan
opgericht (Wheat Executive); in 1917 moest een quantum van
17 millioen centenaren worden ingevoerd.
655