moderne gevecht eisclif nu eenmaal een hoogstaand menschen- materieel met uitmuntende opleiding. Waar één dezer factoren ontbreekt zal men, tegen alle tactisch inzicht in, moeten centrali- seeren, m. a. w. min of meer gesloten massa's vormen, en daar door bloedige hecatomben veroorzaken. Rusland, waar het men- schenmateriaal te laag stond en Amerika, waar de opleiding onvoldoende was, zijn hiervan in den Wereldoorlog sprekende voorbeelden geweest en toch is onze oefentijd tot 5°/2 mnd ver minderd! Er ligt bij onze militie-eenheden een gevaarlijke tegen strijdigheid tusschen de steeds vernuftiger, volmaakter en fijner wordende oorlogsinstrumenten en hunne steeds minder vakkundig wordende burgerbediening. Wordt het gevecht afgebroken en de terugtocht bevolen, dan moeten de meer achterwaarts opgestelde Z. M. secties het den voorsten mogelijk maken, zich uiterlijk met het aanbreken der duisternis los te maken. Dringt de vijand scherp op, dan moeten de Z. M. secties zich zoo noodig voor het geheel opofferen (p. 223). De Duitsche terugtocht op het Westfront in 1918 levert hiervan schoone voorbeelden. Des nachts meent het Duitsche voorschrift de Z. M. secties een grootere rol te kunnen doen spelen, dan het onze mogelijk acht („E. R. Af. 11" p. 113), door hen ook bij de voorbereiding tot den aanval en bij den aanval zelf te gebruiken, dit laatste door het geven van afsluitingsvuur („Feuerriegel", „Feuerglocke"opzij of rondom het aanvalsobject, gewoonlijk met indirecte richting. Dit riekt o. i. evenwel sterk naar den stellingoorlog en zal in den bewegingskrijg wel niet altijd mogelijk zijn, hoewel wij ons toch zeer goed een nachtaanval op een kampong kunnen denken, waarbij nevenliggende kampongs onder Z. M. vuur worden gehouden. De z. g. Begleitzugis door hare groote bewegelijkheid zeer geschikt voor het vervullen van bijzondere opdrachten, b. v. het versperren van bergpassen, de evenwijdige vervolging, het afgeven van vuur uit plaatsen waar de tegenstander dit nimmer verwacht zou hebben, enz. Zij eigent zich daardoor ook goed tot gebruik als vuurrescrve, terwijl de gewone secties als vuurdekking zijn ingezet, voor vlieggerdekking tijdens den marsch. Een dergelijke splitsing der Z. M. compagnie in twee organiek gescheiden deelen met verschillende tactische bestemming is ook reeds door Pfeiffer aanbevolen. Hiertoe zijn bij een vierdeelig bataljon, zooals het onze, evenwel tenminste 12 stukken noodig, n. 1. 4 secties vuur dekking en 2 secties vuurreserve. C. De Z. M. compagnie. 1. ALGEMEENE BEPALINGENAlle ondercomdten en het grootste deel der manschappen moeten vertrouwd zijn met strijd wijze, vermogens, en eigenaardigheden der eenheden, waarmede zij in het gevecht zullen moeten samenwerken. Uit den aard is 672

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 32