dit slechts voor vrijwilliger-legers met weinig mutaties bereikbaar. Aan gemeenschappelijk oefenen moet groote waarde worden gehecht (p. 227). 3. VECHTWIJZE. De comp.-ct is tijdens den marsch bij zijne compagnie, doch zoodra aanraking met den vijand verwacht kan worden, rijdt hij bij den bat.-ct. Tijdens het gevecht zijn hunne co. posten in eikaars nabijheid. De comp.-ct mag evenwel niet aan de zijne kleven, doch moet wel zorgen, van daaruit steeds snel te kunnen worden bereikt (p. 259). Wij geven aan deze redactie de voorkeur boven de desbetreffende uit ons voorschrift (p. 14). In den co. post bevindt zich een deel der z. g. „comp. troep"het bevelsorgaan van den ct, n. 1.: 1 afstandmeter, 3 ordannansen en 2 wielrijders. Meer naar voren wordt z. n. een waarnemingspost ingericht en telefonisch met den co. post verbonden. Hiertoe levert de comp. troep eveneens het personeel en wel: 2 verb, onderoff. en 8 verb, manschappen, terwijl dan nog overblijven 1 sergt van wapening, 2 res. ond.-officieren en 4 res. manschappen, die in het gevecht bij den trein blijven (fig. 24') en p. 279). De binnen komende berichten moeten voortdurend met die der inf.-comp- cten, commandanten der mijnen werpers, der artillerie en der overige Z. M. uitgewisseld worden, waartoe de bat. verb, sectie z. n. personeel en materieel beschikbaar stelt (p.p. 259 en 261). De vliegtuigbestrijding rust tijdens den marsch voornamelijk op de „Begleitzüge", waarbij die der colonne elkander sprongsgewijze inhalen en afwisselen. Tijdens rusten op marsch, de gereedstelling en het gevecht, worden de daarvoor bijzonder bestemde stukken der secties 13, afzonderlijk dan wel tot een sectie vereenigd, met de luchtbewaking belast en zóó opgesteld, dat zij naar alle zijden kunnen vuren, dus niet in boschranden, nabij gebouwen, enz. Het vuur wordt geopend van 1000 M. af (p. 262). Dit onder werp is in ons voorschrift nog zéér stiefmoederlijk behandeld. De vuurdekking van het bataljon is onder alle omstandigheden de hoofdtaak der Z. M. comp. NOOIT 2) mag de eigen infanterie in het vuur van vijandelijke zw. of lichte inf. wapens komen, zonder dat dit ONMIDDELLIJK 2) werkzaam door de Z. M.'s beant woord wordt (p. 263). In dit zinnetje liggen feitelijk de geheele nieuwe gebruiksopvatting en taktiek der Z. M.'s besloten, zooals p. 14 van ons voorschrift door de oude beheerscht wordt. Wij bespraken dit reeds uitvoeriger bij de sectie. Bij den aanval vormen de hinderlijkste Z. M.'s en gevechtsgroepen van den verdediger het hoofddoel, bij de verdediging de aanvallende infanterie (p. 263). Kan de comp.-ct het vuur der geheele compagnie leiden, dan is bij den aanval achtereenvolgende concentratie op de belang- 673 Deze tig. klopt niet geheel met het staatje in „Wet. Jaarbericht" (Ned.) 1923 blz. 53. Cursiveering van het D. voorschrift.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 33