Voor normale vrachtschepen van 3500 7500 B.R.T. bruto tonneninhoud in B. R. T. 1 is laadvermogen in D. W. T. 1,52 Voor normale passagierschepen van 4500 9500 B.R.T. is dezelfde verhouding Nemen wij nu als gemiddelde 1,3, dan komen wij tot een be- noodigde scheepsruimte van 170,000 globaal 130.000 BRT. Dit is voor een sterkte aan infanterie van 15.000 man, waarbij evenwel waren te rekenen de 3000 man van het mitrailleur bataljon, totaal alzoo 18000 man. Voor een expeditionnaire troepenmacht, sterk aan infanterie 25000 man, zou dit geven 25j 18 X 130.000 180.000 B.R.T. (ruim 71/2 zeg 8 ton per man inf.). Nu brengen wij in herinnering, dat in het opstel, voorkomende in het I. M. T. 1918, blz. 785, en geteekend d. G., voor zulk een expeditionnaire troepenmacht als minimum werd begroot 357.000 B. R. T., dat is dus nagenoeg het dubbele. Dit verschil is zoo groot, dat toetsing aan eenige andere gegevens gewenscht is. Onze Marine rekent voor korte afstanden: per man 1 B. R. T. per dier 2/2 B. R. T. per voertuig 4/2 B. R. T. Het aantal voertuigen der Amerikaansche divisie is niet bekend, doch daar de vracht getuige de genoemde cijfers een betrek kelijk gering deel der totale scheepsruimte noodig heeft (8 veiligheidshalve 10 te nemen) is een becijfering mogelijk als volgt: 32000 man 30.200 B. R.T. 8800 dieren 22.000 10 vracht 5.200 57.400 B.R.T. netto plaatsruimte, dus bruto 5)3 X 57.400 96.000 B. R. T. of voor 25000 man inf. 25| 18 X 96.000 134.000 B. R. T., dus nog minder dan het volgens het bovenstaande voorbeeld berekende. In aanmerking nemende, dat het Amerikaansche voorbeeld voor langere afstan den zal gelden, is de overeenstemming niet slecht. Een berekening, uitgevoerd met dezelfde Marine-cijfers voor een Nederlandsche divisie, bestaande uit: Div. Staf 3 regimenten infanterie (9300 man) 2 veld-art. 1 bataljon wielrijders (600 man) 1 comp. verbandplaatsafd. zware artillerie 680 i

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 40