Dan volgt een studie over „Les chars en liaison avec I'infanterie" Daar- op het slot van de „Instruction de combat du groupe et de Ia section" welk stukje elks aandacht verdient. Tot slot vermelden we nog La fabri- cation de l'armenient de I'infanterie frangaise pendant ia dernièrê guerre" en „Au Maroc- La compagnie dans le groupe mobile". Bulletin Beige des Sciences Militaires. Juni. De geschiedenis van de operaties van het Belgische leger is nog steeds niet verder gevorderd dan den 5den October 1914. Een belangrijk artikel is dat getiteld „L'envelop- pement a la guerrewaarvan thans het tweede gedeelte verschijnt. Ook de studie over „Le terrain et la guerre" is aller aandacht waard. Echter bevreemdt het ons om boven het artikel de vraag te zien gesteld of de inMgraimo1u ^'Senaardigheden van het terrein invloed od de operaties van 1914-1918 hebben uitgeoefend. Zou er wel ooit een oorlog gevoerd ziin of gevoerd kunnen worden waarbij dat niet het geval is Verder is yan belang het smk „Missions des troupes légères d'armée et de corps d armée", terwijl we ook nog noemen „Cavalerie et cvclistes", waarvan we reeds eerder melding maakten. Een weinig vreemd doet ons aan een stuk over „L'électron substance ae i univers dat in deze omgeving zoo weinig schijnt te passen. Reden tot bespreking van dit zoo weinig militaire onderwerp is evenwel de vraag ot het mogelijk zal zijn met een of ander soort stralen vliegtuigen to^ stoppen te brengen. Allg. Schw. Militarzeitung. No. 13. De bekende generaal Wille geeft een zeer belangrijke studie over „Kriegslehren" Hij breekt den staf over wat wij lessen uit den oorlog plegen te noemen. En zegt daarvan „Diese negslehren sind aber nicht das, was in Tatund Wahrbeit aus den Kriegs- ertahrungen hervor geht, sondern das, was der spekulative Verstand heraus konstruiert Hij bewijst zijne meening met voorbeelden uit de laatste groote oorlogen. Hij herinnert er aan hoe men na 1866 den Pruisischen opmarsch in Bohemen als geheel in strijd met de „wetenschap" voorstelde en zegt verder Nach- dem auch im Krieg 1870/71 die Moltkesche Strategie gesiegt, gaben die Leuchten der Wissenschaft es auf sie zu verdammen". Volgens hem is de moreele kracht van den roep en van de aanvoerders de hoofdzaak. Een bevelhebber die volkomen op zijn troep vertrouwt kan daar dingen mee doen die theoretisch fout en zelfs niet mogelijk zijn en toch succes bereiken zoo haalt hij het voorbeeld aan van Von Alvensleben, die bij Mars Ia lour zijn troepen tot een hernieuwden aanval tegen het vier a vijfmaal zoo sterke leger van Bazaine aanzette en daarbij tegen zijn omgeving Z6^e; ->"Ras kann nur ich' denn niemand hat solche Truppen wie ich" Dat de Duitschers den oorlog van 1914 hebben verloren wijt hij in hoofdzaak aan het feit, dat de hoogere bevelhebbers niet de moreele kracht hadden om door te zetten wat zij besloten hadden. Hun „Denkweise" was daar niet op berekend. „Die zum Durchhalten nicht genügende Denkweise war aber nicht die Folge schwacher Nerven, wie zur Erklarung des Zusammen- bruches in der Marneschlacht behauptet worden ist, sondern sie ist groszge- zogen worden durch die geistige Ausbildung zum höheren Führer. Bei allen Manovern, denen ich beiwohnte, habe ich gesehen, dasz von den Führern bestandig, in allen Stadiën des Qefechtes, richtiges Erkennen der Lage zum uegner gefordert wurde, und zwar ganz alleine nur urn sich schlüssig zu werden ob man fortfahren dürfe oder ob man richtiger handle, einstweilen abzubrechen und die Aktion erst wieder aufzunehmen (meist erst am tolgenden Tag), wenn durch Herbeiziehen von weiteren Kraften, durch Umgruppierung, durch die Aktion von Nebengruppen, bessere Chancen für den brfolg geschaffen worden waren. Und wenn ich zurückdenke, so bestand die schiedsrechtertatigkeit eigenlich nur darin, Truppenabteilungen (selbstbiszur Urosze von Divisionen) zurückzuschicken oder auszer Gefecht zij setzen deren Führer sich nicht durch das eigene richtige Erkennen ihrer Lage zum Feind veranlaszt sahen, das Unternehmen nicht fortzuzetzen. Dasz 702

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 62