704 boek, zooals we er reeds zooveel kennen. Aan alle dingen, die verkeerd gingen, is de schrijver geheel onschuldig, maar al het goede is van hem ui gegaan De geschiedschrijver zal de waarheid daaruit hebben te schiften. In een kort artikel „Gruppe oder Zug" wordt de kwestie behandeld wat nu eigenlijk de kleinste tactische eenheid moet zijn, de groep of de sectie Tegenover elkaar worden gesteld het Fransche en het Engelsche sfand-' punt. De schrijver verklaart zich een voorstander van het laatstgenoemde en meent dat niettegenstaande de verdeeling van de sectie in twee groe? wnrdpn 6 6 de klelnste tactische eenheid beschouwd behoort Revue Militaire Frangaise. Juli. Het eerste stuk handelt over de onera- cl !le mu I He-t artikeI over de geschiedenis van de artillerie van het 6de Fransche korps in den slag aan de Marne wordt thans beëin digd Eveneens de vroeger reeds vermelde studie over de mitrailleurs Ook het artikel over codes en geheimsch.iften, hetwelk wij reeds noemden' vindt hier een slot. Ten slotte noemen we nog een studie over Tacbque m°derneS" e" 6en 3rtikel »Doctrine de l'aviat^on Bulletin Beige des Sciences Militaires. Juli. De geschiedenis van de operaties van bet Belgische leger is nog steeds niet verder gevorderd dan Oct. 1914Het belangwekkende ariikel over ,,L' enveloppemant 'a la guerre wordt beëindigd. Oe schrijver komt tot de conclusie, dat in den tegenwoordtgen tijd de omvatting minder kans van slagen heeft dan vroeger w hTh or"dat de kansen op ontdekking veel grooter zijn geworden Wordt de beweging ontdekt, dan heeft de tegenstander allen tijd om tegenmaatregelen te nemen. Van het eveneens belangrijke artikel I e ter rain et la guerre verschijnt het tweede gedeelte. Verschillende voorbeelden van den invloed van het terrein op de oorlogvoering worden ge-even Verder noemen we nog artikelen over de taak van lichte troepen behoo- rende tot legers en legerkorpsen, en over dekkingsgevechten. Cavalry Journal Juli. Dit zeer goed verzorgd uitziende tijdschrift geeft de bekroonde opstellen van een prijsvraag over „A plan for a test in the combat leadership of small cavalry units", waarin voor onze cavaleristen wel het een en ander van hun gading is te vinden. Verder trekt de aan dacht een stuk over de Italiaansche rijschool te Tor de Quinto. Infantry Journal Juli. Hierin vinden we o. m, een artikel over de „specia lization in the infantry". Wijzende op de omstandigheid dat er in de infanterie thans heel wat speciale bekwaamheden noodig zijn beoleit de schrijver het standpunt dat de infanterie-officier een specialist moet ziin in al die onderdeelen, zoodat hij in s'aat is al de menschen van zijn on derdeel te oefenen. Hij moet een expert zijn in de exercities, het gebruik van het geweer als vuurwapen en als stootwapen, het pistoolschieten het schieten met gm. en zw. m., hand- en geweergranaten, verbindings dienst en transportdienst. Het komt ons voor, dat dit ideaal weini^ kans op verwezenlijking heeft. Revue d'Infanterie. Juli. Het derde gedeelte, tevens slot van het ar tikel over nachtgevechten verschijnt in dit nummer. Na de verschillende voorbeelden, welke behandeld werden, geeft de schrijver nu zijne be schouwingen over het karakteristieke van de nachtgevechten en de wijze waarop ze behooren te worden uitgevoerd. Hij geeft, met schetsen toegelicht zijne denkbeelden over de opstelling der troepen en de wijze van voorwaarts- gaan, de bewapening en het gebruik der wapens. Ook de verdediging onderwerpt hij aan eene korte bespreking. Hij is van meening dat der acht eliike ondernemingen in de toekomst steeds veelvuldige; toepassing zullen vinden De troepen moeten er dus op voorbereid zijn en er in geoefend worden Kans van slagen heeft een nachtelijke aanval, naar hij zegt, slechts tegen troepen, die met onvoldoende diepte zijn opgesteld, hoe goed ze ook mogen zijn en tegen troepen die verrast worden of moreel geschokt zijn hoe dien ze ook geëchelonneerd zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 64