MEDEDEELING. De schrijver van het hoofdstuk „Verbonden wapens", in het Wetenschappelijk Jaarbericht II, verzoekt ons mede te deelen, dat door hem, naar aanleiding van enkele aanwijzingen welke hij van zeer bevoegde zijde mocht ontvangen, de volgende aanvullingen en wijzigingen in genoemd hoofdstuk wenschelijk worden geacht: Op bladz. 216 onder aan de bladzijde toe te voegen: En ook de open strooken zelf vertoonen dikwerf een eigenaardig karakter, namelijk voor zoover zij door sawahs worden gevormd. Zijn deze vlak dan worden ze doorsneden door tallooze galangans, zijn ze op heuvelachtig terrein aangelegd dan zijn ze terrasvormig. Op bladz. 219 in den vijfden regel van onder, na het tweede woord „taak" op te nemen: in den vorm althans als voor een marschéchelon weggelegd Op bladz. 220, in den zesden regel van boven de woorden: „hebben gestaan" te vervangen door „blijven". De woorden „het voorhoedeverband"tot en met „blijven" in het laatste gedeelte van de eerste alinea te vervangen door: „de A. B. de volledige beschikking te hebben over alle strijdkrachten. Immers het is niet a priori te zeggen dat het noodig of gewenscht zou zijn ze onder het bevel van den voorhoedecommandant te laten, ook nadat de voorhoede van marschéchelon is overgegaan in gevechtséchelon." In de zesde alinea te doen vervallen de woorden: „al is het maar een patrouille". In den zestienden regel van onder, achter het woord „leiden" toe te voegen: „hetwelk men echter niet in rekening kan brengen, daar de beteekenis van eenig tijdverlies toch eerst achteraf kan blijken," Op bladz. 223 de derde en vierde alinea van onder te vervangen door: Het doel der manoeuvre is de tegenpartij te verslaan. De manoeuvre zal dus bij voorkeur moeten plaats hebben tegen zijn zwakste plekken n. 1. zijn flanken en rug, en wel liefst verrassend. Op bladz. 225 tusschen de vierde en de vijfde alinea een nieuwe zinsnede op te nemen, luidende: „Het zal echter meermalen voorkomen dat dergelijke terrein- deelen niet vallen aan te wijzen. Alsdan zal hij moeten volstaan met achter- en uitwaarts een zoodanige opstelling te kiezen, dat hij, met behoud van de noodige ruimte voor zijne bewegingsvrij heid, in staat is den loop der gebeurtenissen bij de door hem te steunen (en te beveiligen) troepen te onderkennen en daarnaar zijn verdere handelingen te bepalen, terwijl krachtige patrouilles voor- en zijwaarts de tijdige waarschuwing tegen onraad zullen moeten verzekeren." Op bladz. 228 de bovenste vier regels te vervangen door: „Terwijl de daartoe bestemde terreindeelen aldus hardnekkig worden verdedigd zullen de andere, niet voor die verdediging bestemde, troepen de gelegenheid moeten benutten om de hoofd opdracht in offensieven zin uit voeren." Aan de laatste alinea toe te voegen: (Toebedeeling van mitrailleurs).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 69