De ravitailleering van bevroren vleesch is zoodanig ingericht, dat zij dadelijk na de mobilisatie in werking kan treden. De Intce heeft slechts de beschikking over enkele inrichtingen, maar de requisitie is voorzien van de entrepots, welke tijdens den oorlog in de havens opgericht zijn geworden; ditzelfde is het geval met de speciale wagons voor het transport van het vleesch. Vorenstaande beschouwingen hebben aangetoond, dat de Intce, welke de oorlogsomstandigheden mogen zijn geweest, er altijd in is geslaagd de hoeveelheden en de soort levensmiddelen, welke werden gevraagd, ter beschikking van de troepen te stellen, zij het ook dat een en ander vaak gepaard is gegaan met enorme moeilijkheden. De zorg voor het welzijn van den soldaat maakte het noodig het dagrantsoen uit te breiden of te wijzigen, terwijl de stabiliteit van het front in eene streek waar de hulpbronnen spoedig uitgeput waren geraakt, noodzaakte al het benoodigde, zelfs de meest volumineuze artikelen, van achteren aan te voeren. De bebouwing van de verlaten terreinen op enkele punten zelfs reikende tot aan de loopgraven heeft na eene methodische exploitatie onder leiding van de Intce er toe bijgedragen waar deerbare hoeveelheden levensmiddelen op te leveren in streken, waar de burgerbevolking was gevlucht. En toen de troepenmenages en de cantines zich het noodige moesten aanschaffen, was het weer de Intce, wier personeel door aanleg en kennis beter daar voor was voorbereid dan dat van welken anderen dienst ook, die daarmede werd belast. Maar het was niet alleen noodig de troepen van het benoodigde te voorzien, doch ook om maatregelen te nemen dat niets verloren zou gaan. Daartoe werden op verschil lende punten achter het front installaties gemaakt om het afval van de slacht enz. te verwerken. Tegen het einde van den oorlog verschenen de centrale leger- keukens, waar de gerechten werden bereid, welke de soldaat in de loopgraven, na ze te hebben opgewarmd, nuttigde. Niet alleen het rantsoen, doch ook de uit te reiken kleeding- stukken moesten worden vermeerderd, ten einde de soldaten te beschermen tegen de winterkoude in de kantonnementen en loop graven, en ook hier heeft de Intce met alle haar ten dienst staande middelen verspilling moeten trachten te voorkomen. In enkele gevallen werd haar zelfs opgedragen te voorzien in de behoefte van de burgerbevolking. Conclusie. Uit het vorengaande blijkt duidelijk, dat eene natie, welke in staat wil zijn een oorlog te trotseeren, ook de verplichting heeft om reeds in vredestijd al het benoodigde materiaal met betrekking 730

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 22