troepen zal dan ook vermoedelijk in geval van isolatie geen onoverkomenlijke moeilijkheden opleveren, mits die kwestie van te voren degelijk in studie wordt genomen. Van enkele importartikelen benoodigd voor de voeding van onze Eur. militairen (o. a. meel en boter) is oplegging van voorraden noodzakelijk. De graancultuur echter opent gunstige perspectieven, zoodat de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat Java na verloop van jaren het graan benoodigd voor zijne behoefte apn meel zelf produceert. Bovendien staat nog altijd de weg open om in tijd van mobilisatie de hand te leggen op de voorraden aanwezig in de douane-entrepots en bij de groothandelaren en de praktijk heeft bij het uitbreken der vijandelijkheden in 1914 aangetoond, dat de op die wijze verkrijgbare hoeveelheden niet onbelangrijk zijn. Met betrekking tot de voeding der paarden verkeeren wij in vergelijking met de Eur. legers in eene ongunstige positie, vooral wat betreft de grasvoeding. Het gegeven overzicht heeft doen uitkomen, welke moeilijkheden de hooivoorziening in het Fr. leger met zich bracht en bij verstrekking van groen voer, waarop onze paarden voorshands zijn aangewezen, zullen die moeilijkheden nog heel wat grooter zijn. Wel is men reeds bij enkele bereden troepen- deelen overgegaan tot de verstrekking van hooi aan de paarden, doch waar op Java de hooibereiding geen nationaal bedrijf is, zal het nog lang duren, voordat dat vraagstuk als opgelost kan wor den beschouwd. Voor zooveel mogelijk beperking van het paar- denmateriaal zal dan ook wel altijd een gebiedende eisch blijven. Op het gebied der kleedingindustrie verkeeren wij in ongunstiger omstandigheden dan in Europa, omdat machinale weverijen op Java niet worden aangetroffen, met uitzondering dan van eene weverij van beperkte capaciteit van het Gevangeniswezen te Cheribon. Wel moge voor ons het kleedingvraagstuk niet zoo zwaar wegen als in Eur. legers, omdat wij geen rekening behoeven te houden met de koude, doch het gemis aan weverijen maakt het aanhouden van belangrijke voorraden katoenen goederen nood zakelijk. Het schoenenvraagstuk evenwel baart minder zorgen. Ook behoeven wij ons niet bezorgd te maken over de in de ver schillende bedrijven benoodigde werkkrachten, aangezien wij om zoo te zeggen kunnen beschikken over een ongelimiteerd aantal niet dienstplichtige Inlanders, waaronder ongetwijfeld tal van bruikbare krachten schuilen. Moge het vorenstaande er toe hebben bijgedragen het besef bij te brengen, dat er in Indië met betrekking tot de z. g. staatsmobi- lisatie nog enorm veel te doen valt en dat wij niet mogen rusten, alvorens de basis van het geheel, nl. een behoorlijk statistiekwezen, waarop kan worden voortgebouwd, zal zijn gelegd. 732

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 24