2. DE ONTPLOOIING DER DIVISIE, door C. K. In het I. M. T. van 1924 lezen we op blz. 562 en 563 in een bespreking van den inhoud der April-aflevering van het Bulletin Beige des Sciences Militaires: Een belangrijke studie is die, getiteld: „L'appui de I'avant- garde par l'artillerie". De schrijver komt op grond van zijne beschouwingen o. a. tot de volgende conclusies: Het gevecht van een divisie is één geheel en het in contact komen met den vijand vormt daar slechts een phase van, zoodat deze handeling, evengoed als de andere phasen van den strijd, onder leiding van den divisie-commandant behoort te geschie den. De steun der artillerie moet voortdurend verzekerd zijn, doch op zoodanige wijze, dat het voorwaarts gaan van de voorhoede niet vertraagd behoeft te worden door het wachten op de artillerie die haar moet steunen, doch nog niet gereed is. Die artillerie wordt dus in échelons verdeeld, waarvan het eene steunt, terwijl het andere voorwaarts gaat en een nieuwe stelling inneemt. De eerste dezer conclusies komt geheel overeen met de thans bij ons geldende denkbeelden omtrent het eindigen van de taak der voorhoede als zoodanig, zoodra vijande- lijke infanterie is gesignaleerd en dus contact met den vijand verwacht kan worden. Wat de tweede con clusie betreft, daaruit blijkt wel het verschil tusschen de Belgische (Fransche) inzichten en de bovengenoemde denk beelden, zooals die hun uitdrukking hebben gevonden in ons nieuwe voorschrift „Grond regels voor het gevech t". Uit die Grondregels toch leeren we, dat de voorhoede niet meer voorwaarts gaat om het contact op te nemen en het gevecht in te leiden, maar dat de afdeel in gen, die oorspronkelijk met de veiligheid belast waren, van nature be stemd z ij n om het innemen van de gevechts opstelling te beschermen. Daartoe zullen zij zich gewoonlijk het bezit moeten verzekeren van verschillende terreindeelen en wel van die welke, naar de meening van den divisie-commandant, voor de verdere doorvoering van het gevecht van bijzondere waarde zullen zijn. In de meeste ge vallen zal dit eerst kunnen geschieden als er artillerie gereed staat om ze te steunen. Zoodra ze in het bezit zijn van de bedoelde terreindeelen, moet de artillerie hen helpen ze te behouden De spatiëeringen zijn van mij. K. 733

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 25