De eraan te stellen tactische eischen kunnen er toe leiden, het
verder voorlijk te kiezen, dan overigens wel gewenscht zou zijn
en kunnen het zelfs noodig maken, het den vijand te ontwringen.
Elk geval vraagt zijn eigen oplossing, welke goeddeels
alleen in het terrein is tevinden. Onze nieuwe voor
schriften laten niet na, op dit boven alles gewichtige punt den
nadruk te leggen.
3. HET VREEMDENLEGIOEN SEDERT DEN WERELDOORLOG,
door Camurs.
In 1914 bestond het Vreemdenlegioen uit 2 regimenten met
depots te Saïda en Bel-Abbès, totaal 13 bataljons ter gezamenlijke
sterkte van 12.000 man. Het legioen droeg het karakter van
onze Europeesche compagnieën omstreeks 1905 in zooverre, dat
het vreemden-element wel een overwegenden, maar geen uitslui
tenden rol speelde. In 1913 bedroeg het 60 van de totale sterkte,
waarvan 40 Duitschers, een percentage, dat sedert Versailles
en den terugkeer van Elzas-Lotharingen bij Frankrijk merkwaar
digerwijze nog gestegen is.
Tijdens den oorlog namen vele vreemdelingen dienst voor den
duur daarvan en werden ingedeeld in „bataillons de marche
geëncadreerd met oudgediende légionnaires van Afrika en Tonkin.
Aldus dienden bij den vrede 51 naties in het legioen, waaronder
Nederland, na Luxemburg, Zwitserland, Spanje, België en
Engeland, de zesde plaats bekleedde.
Een aantal bleef na het sluiten van den vrede doordienen, terwijl
de politieke woelingen (Spartacisten, Russische eontra-revolution-
nairen, communisten e. d.) van gunstigen invloed waren op de
werving. Zoo beschikte men over 20.000 man, waarom bij
decreet van 1011921 de bestaande voorloopige in een defini
tieve organisatie kon worden omgezet. Men verkreeg daarbij 4
regimenten, elk bestaande uit 5 bataljons met 1 of 2 bereden com
pagnieën per regiment. De sterkte van een bataljon bedraagt «00,
die van een bereden cie 250 man.
Het 1ste regiment legert in Algiers, dep. Oran, met de staf te
Bel-Abbès en 2 bataljons in Tonkin. De overige regimenten zijn
allen in Marokko gestationneerd en wel het 2de met den staf te
Taza en 2 bataljons in Tonkin, het 3de met den staf te Fez, 2 ba
taljons in Cochichina en bereden compagnieën te Ksabi en Gour-
rama, het 4de met den staf te Meknès, 1 bataljon in Tadla, 1 in
Marrakech, 1 met een bereden cie in Bou-Dénib en 2 in Syrië.
Vreemdelingen van onverschillig welke nationaliteit kunnen bij
het legioen dienst nemen. Zij hebben daartoe aan de volgende
voorwaarden te voldoen:
737