fièvres, leurs balles, leurs coups de lance, leur grand air, leur soif, leur faim, leurs fatigues, leur désespoir, mais leur liberté. Tout cela, oui-sauf la caserne, sauf ce monotone repos des cages qui fait mourir les tigres d'e nnu i". De slachtoffers van den cafard zijn psychiatrisch onderzocht door Dr. A. Marie, médecin en chef de l'asile de Villejuif, en Dr. Nollé, médecin en chef de l'asile de l'Allier. Hun wetenschappelijke publicatie dekt de conclusies van d'Esparbès. De cafard is de resultante van verveling en drankzucht en wordt bevorderd door malaria en degeneratie-kiemen. De cafard wordt niet bestreden door „het oor te luisteren te leggen aan de geest des tijds" (2), maar door hard werken en veel afwisseling. De Fransche, Duitsche, Hongaarsche, Oostenrijksehe, Luxem- burgsche en Belgische elementen worden tot de beste gerekend. Een c.-ct, die nog iets voor zijn werk voelt, steekt, als de gele genheid zich voordoet, ook zijn licht op bij collega's van andere legers op het gebied der gesmade administratie. Bij het Legmen kent men drieërlei administratie: in Algiers vigeert het admini stratie-reglement van 2031906, als gewijzigd bij decreet van 23121919, in Marokko en de Levant de instructie van 199 1911 en in de overige koloniën het reglement van 2741912 (3). Gelukkig stemmen die voorschriften in hoofdzaken overeen. Hoewel de Fransche mil. administratie niet eenvoudig kan genoemd wor den, vergeleken bij de onze, heeft ze in de practijk voor de c.-cten voordeelen. Onze eomp. administratie en meer speciaal de Cies- Instr., is eenvoudig en het legerbestuur behoede ons voor com missies ter vereenvoudiging; die liepen tot nu toe steeds faliekant uit. Wat ten onzent de zaken ingewikkeld maakt, zijn de vele zich altijd wijzigende tarieven, de ver doorgevoerde centralisatie, de gebrekkige administratieve opleiding der troepenofficieren (4), het slechte gehalte van het mindere personeel en verder het afwen telen van admin. bemoeienissen op de c.-cten, die de hunne niet zijn (een c.-ct voelt zich een groot deel van den dag vader in een weeshuis). Er zijn grenzen ook aan het compagniesvaderschap: Wanneer ik op het rapport de klacht van nonna Mangkey te be- Dr. A. Marie, Les aliénés de la Légion Étrangère. 2) Moeten wij anders worden 3) Majoor Luymes zegt op blz. 6 van zijn voordracht over de Intendan ce in het Fr. kol. leger, dat de wet van 1906 de basis vormt voor de kol. administratie. De wet van 14-4-1906 regelt la transformation du commis sariat en intendance des troupes coloniales, maar de administratie der kol. troepen is vastgelegd in het Règlement sur ['Administration, etc. met bijbehoorende instructie uitgegeven bij decreet van 27-4-1912. 4) 75% van de oudere officieren heeft nooit boekhouden geleerd en op het officiersexamen werd het vak der mil. administratie met den coëfficiënt i/2 gewaardeerd, tegenover schermen met 2. Het vak werd gedoceerd door Nederl. inf. officieren, die in Indië gedetacheerd en misschien wel eens c. ct. geweest war'fcn. 745

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 37