uit als vuurwais of als een opvolging van vuureoncentraties, en
vormt a. h. w. een voortgezette voorbereiding. Hiervoor is evenwel
een aanzienlijke dichtheid van artillerie vereischt, terwijl over aan
merkelijke hoeveelheden munitie moet worden beschikt. Daarbij
is het optreden van de infanterie dan ondergeschikt gemaakt aan
de artilleristische mogelijkheden. Het is een stug systeem, dat de
infanterie belet met het voortschrijden van den strijd haar manoeu
vreervaardigheid te benutten. Kan het al toepassing vinden in ver
sterkte terreinen, in open terrein verliest het zijn waarde.
Daar toch moet de infanterie er naar streven, profijt te trekken
van de zwakke oogenblikken bij den tegenstander, door verkregen
voordeelen uit te buiten en voorwaarts te rukken zonder den vijand
de gelegenheid te laten zich te herstellen. Zooals de materieele
verbinding met de steunende artillerie tegenwoordig is, kan zij niet
voortdurend en zeker rekenen op den steun der kanonnen; zij moet
zelf weten te handelen.
Doch ziet, al kan de infanterie, door te vuren, zich het vuur-
overwicht- wel opnieuw verzekeren, van het oogenblik af, dat zij
daarvan wil gebruik maken om voorwaarts te rukken, is het met
dat overwicht gedaan; zij lijdt verliezen en stilstand treedt weer in.
Dit verschijnsel heeft de gedachte in het leven geroepen aan
een infanterie, die vuurt gedurende het in beweging zijn; de ver
vulling hiervan zou de volledige oplossing beteekenen van het
vraagstuk van het vuuroverwicht.
De geweermitrailleur, bediend door geoefende en krachtige
mannen, kan in beweging vuren. Het is een eerste stap.
Maar een betere verwezenlijking heeft het denkbeeld gevonden
in den vechtwagen, die voortrollend vuurt, zich het vuuroverwicht
verzekert en dit gelijktijdig uitbuit.
Infanterie, uitgerust met vechtwagens, leent zich dus voor de
beweging voorwaarts, MAAR WAAR DE VECHTWAüENS NIET
KUNNEN OPTREDEN, VINDT ZIJ ZICH WEDER TEGENOVER
HETZELFDE PROBLEEM GESTELD.
5. HET KAMPIOENSCHAP DIENSTPAARDEN 1924'),
door J. H. Wesseling.
De wedstrijd om het Kampioenschap Dienstpaarden, de zgn.
military, uitgeschreven door het „Centraal Comité voor de con
coursen hippique in Nederlandsch-lndië" (C. C. N. I.), had onder
groote belangstelling den 22sten en 23sten October j. 1. te Ban
doeng plaats.
Een overzicht van het verloop van dezen wedstrijd, alsmede een
bespreking van de door de jury gevolgde werkwijze moge hier
(V. Met 7 bijlagen.
749