Met de voorbereiding van den wedstrijd werd belast een com
missie van drie bereden officieren, daartoe door het C. C. N. I. uit-
genoodigd, die later z. m. tevens als jurylid zouden zitting nemen.
Deze commissie stelde o. m. een voorloopige regeling (zie bijlage
1 samen, welke per circulaire en door plaatsing in het Paar
densportblad, ter kennis van de aangesloten vereenigingen werd
gebracht.
Bij het ontwerpen van de regeling dienden de bepalingen voor
de Jeux Equestres van de dit jaar te Parijs gehouden V 111ste Olym
piade als leidraad. De commissie stelde zich echter op het stand
punt, dat ten einde onze ruiters niet al dadelijk van deelname af
te schrikken, voor deze eerste groote military volstaan moest
worden met vrij lage eischen, welke dan geleidelijk aan, ieder jaai
zouden kunnen worden opgevoerd. Voorts werd besloten aan de
dressuur een betrekkelijk hoogere waarde toe te kennen, dan zulks
gewoonlijk in Europa het geval is, hetgeen in den betrokken
coëfficiënt tot uiting kwam, en bij de beoordeeling mede rekening
te houden met de conditie der paarden na het afleggen van de
uithoudingsproef.
Deze laatste zou, voor dit jaar, slechts bestaan uit een cross
country, waarin c. q. ook enkele kunstmatige hindernissen zouden
voorkomen, en uit een afstandsrit langs gebaande wegen, een en
ander in afwijking met de bepalingen voor de „épreuve de fond"
van de Olympiade, welke bovendien nog een steeple van 4 K. M.
inhield.
Een jachtparcours, als bij de wedstrijden te Parijs, werd even
min in het programma opgenomen.
Verder zullen sommige van de meest belangrijke bepalingen van
de regeling in hetgeen hieronder volgt ter sprake worden gebracht,
waarbij dan tevens zal blijken, dat de oorspronkelijke regeling,
eenige wijzigingen onderging.
Dat het streven van het C. C. N. I. om te komen tot een alge-
meenen, jaarlijks te houden wedstrijd om het Kampioenschap
Dienstpaarden, waardeering heeft gevonden, moge blijken uit het
feit, dat door H. M. de Koningin een plaquette, door Z. E. den
Legercommandant een wisselbeker en door de Inspecteurs der
Artillerie en der Cavalerie medailles werden beschikbaar gesteld,
welke voorwerpen respectievelijk werden bestemd tot prijs voor
den kampioen, de winnende vereeniging, den hoogstgeplaatste in
de uithoudingsproef en den hoogstgeplaatste in de dressuurproef,
terwijl van een paardenliefhebber een bedrag in geld werd ont
vangen, waarvoor o. m. een kunstvoorwerp werd aangekocht, als
In deze bijlage is, ter bekorting, het programma dressuurproeven
niet opgenomen, aangezien de daarin voorgeschreven oefeningen nagenoeg
geheel gelijk waren aan die, vermeld in bijlage 3,
751