prijs voor den ruiter wiens paard na de uithoudingsproef in de beste conditie zou blijken te verkeeren. Voorts dient hier te worden vermeld, dat dank zij de tusschen- komst van het Legerbestuur, vrij vervoer langs de lijnen der S. S. en der N. I. S. werd toegezegd voor de buiten Bandoeng wonende deelnemers, hun paarden en het daarbij behoorend verpiegings- personeel en dat ten behoeve van jury en deelnemers, voor zooveel noodig beschikt mocht worden over militaire automobielen. Voor deelname aan den wedstrijd werden ingeschreven 21 paarden (zie bijlage 2) waarvan 1 uit Weltevreden, 5 uit Malang en de overige uit Tjimahi en Bandoeng, en hoewel het totaal aantal tot tevredenheid mag stemmen, valt het te betreuren dat het aantal inschrijvingen van buiten beide laatstgenoemde garnizoenen, niet tegenstaande het kostelooze spoorwegvervoer, niet veel grooter was. Ongetwijfeld staat dit verschijnsel o. m. in nauw verband met de manoeuvres en meerdaagsche oefeningen, welke tot kort voor het tijdstip van de military, in Midden-Java werden gehouden en het ligt m. i. op den weg van hen, die dezen wedstrijd voor vol gende jaren zullen voorbereiden, om, na zooveel noodig het advies van de betrokken militaire autoriteiten te hebben ingewonnen, elk jaar opnieuw te overwegen, welke data zich-het meest voor het houden van de military eigenen en op welke wijze ook overigens een groote deelname het best zal kunnen worden bevorderd. Vijf dagen vóór de uithoudingsproef stelde de commissie van voorbereiding vast, welke tijd zou worden toegestaan voor het afleggen van den cross-country. In verband met de, voor dit num mer van het programma aangenomen wijze van foutentelling en den daarbij behoorenden hoogen coëfficiënt 50, was het zaak dien tijd zeer scherp te stellen. Besloten werd, het te eischen tempo proefondervindelijk te be palen, waartoe op den 15den October het 3200 M. lange parcours, onder nauwkeurige tijdsopname, werd afgelegd door een zestal onderofficieren van het Depót der Cavalerie, bereden op voor het doel speciaal uitgezochte en getrainde paarden. Uit de daarbij gemaakte tijden en rekening houdende met verschillende factoren, welke het tempo der onderofficieren hadden beïnvloed oordeel de de commissie het billijk den tijd voorloopig vast te stellen op 7' 20". Al naar gelang den toestand van den bodem, zou die tijd voor den wedstrijd zelf gehandhaafd blijven, dan wel met 10" worden verlengd of verkort. o. a. waren enkele kunstmatige hindernissen van den cross niet op genomen in het door de onderofficieren afgelegde parcours, en was de bodem, tengevolge van de vroeg ingetreden regens, op den dag der proef vrij drassig. 752 •S -

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 44