ten aanvallen en daartoe de Ojtoz-groep ook krachtig laten voortrukken. 22 October deelde het aan den Comdt van het IXe leger mede, dat de 8e Beijersche Div. aan dat leger zou worden toegevoegd om te zamen met de 71e den aanval verder door te zetten. 21 October had von Falkenhayn, teneinde een legerreserve te hebben, de nog bij Kezdivasarhely aanwezige 3e Cav. Div. naar Kroonstadt doen afnrarcheeren, zoodat zij ontbraken, toen de 71e Div. en de le O.-H. Cav. Div. door de Roemenen tot op den grenskam werden teruggedrongen. Evenwel kwamen de voorste bataljons van de 8e Div. aan, die per lastwagen ver der werden vervoerd en de Roemenen tot staan brachten. Spoedig zou blijken, dat het plan van het legergroepcomman do niet zou kunnen worden uitgevoerd, doordat het Ie O.-H. le ger niet de minste aanvalskracht bezat. (Wordt vervolgd). 2. HET DUITSCHE INFANTERIE VOORSCHRIFT, door M. R. H. CALMEYER. (Slot) Deel IV behandelt de Mijnwerper compagnie, waarvan er één per regiment is ingedeeld. Daar dit wapen niet in de organisatie van ons leger zal worden opgenomen en ook in de strijdkrachten der ons omringende natiën niet voorkomt, kan hier met een zeer korte kenschetsing worden volstaan. De compagnie telt 3 secties lichte werpers (L. W.) en 1 sectie middelbare werpers (M. W.), allen van 2 stukken en onder bevel van een luitenant. Het wapen behoort tot de z. g. zware inf. wapens (Z. M.'s, L. W.'s, M. W.'s en veldgeschut gebruikt als int. geschut) en heeft tot taak de lichte wapens te steunen bij de bestrijding van weerstandbiedende doelen en voorts het geschut te vervangen, tegen doelen welke kronrbaan- vuur eischen, waardoor dit meer vrij komt voor den strijd op de grootere afstanden (p. 5). De L. W. kan vlakbaan en krombaan- vuur afgeven, met een gunstige uitwerking tot 900 en 1100 M., heeft een vuursnelheid van 100 schoten per uur en bij de compagnie een munitieuitrusting van 110 scherf- en 12 pantsermijnen (ter bestrijding van vechtwagens) per stuk. De M. W. heeft een vuur snelheid van 25 30 schoten per uur, is uitsluitend geschikt voor krombaanvuur, met gunstige uitwerking tot 900 M., beschikt in de compagnie slechts over 20 scherfmijnen per stuk. (Deel 1 bijlage bij C). Uit het geheele voorschrift blijkt, dat de mijnwerpers als een surrogaat voor inf. geschut zijn te beschouwen, waarvan de aanwezigheid in het D. leger wel verklaard zal moeten worden Zie „I. M. 77' 1924 nrs. 6, 8, 9 en 10. 795

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 17