vaststellen, dan wordt hiermede met deze mededeeling rekening gehouden. Bij dit woord „zwaartepunt" moet men uit den aard niet denken aan een punt, doch aan een verdieping der aan valsgroepen, over zoodanige breedte, dat deze niet geheel door 's vijands flankeerend vuur kan worden bestreken en de aanval zich, doordat zij steeds uit de diepte gevoed wordt, met bijzon der groote, gelijk blijvende, kracht, door de dieptezöne kan heen vreten. Het Duitsche voorschrift heeft daarom het, vroe ger gebruikelijke, woord Schwerpunktop Pfeiffer's voorstel vervangen door Schwergewicht 6 Plaats der reserve. Soms wordt bovendien een bijzondere reserve Vechtwagenstormtroepgevormd, bestaande uit L. M.'s, Z. M.'s en mobiel gehouden geschut, teneinde daarmede 's vijands vechtwagens tegemoet te treden. 7 Plaats van den Staf en voorbereiding der verbindingen. De reg. ct bevindt zich zóó ver naar voren, dat hij zélf het terrein waar zich de vijand bevindt en zijne bataljons kan gadeslaan en tevens persoonlijk verbinding heeft met gebeurlijk toebedeelde artillerie. Soms kan reeds thans optische- en seinge- meenschap met één of meer der bataljons worden ingericht. Evenals bij het bataljon valt onderscheid te maken tusschen den aanval op een veldstelling en dien in het ontmoetingsgevecht, waarvoor dezelfde beschouwingen als daar gelden. In laatstge noemd geval wordt soms een deel der wielrijders van het regi ment met Z. M. begeleidingssecties tot één afdeeling samengevat teneinde^ zich snel meester te kunnen maken van belangrijke punten in het voorterrein (p. 36, 37). Een dergelijke afdeelino', zoo mogelijk nog versterkt met een paar stukken geschut, wordt soms ook als bewegelijke reserve achter gehouden (p. 41). Hierbij valt te bedenken, dat strijders-wielrijders aan het Duitsche leger ontzegd zijn, zoodat men gedwongen wordt deze op bovenstaande wijze uit de ordonnansen te improviseeren. Het Fransche inf. reglement kent geen ontplooiïngsbevel, daar den samenstellers meer de aanval uit een gereedstelling voor oogen heeft gestaan (zie b. v. p. 144, 6°), doch wel een daarmede eenigszins over eenkomend „voorbereidingsbevel', dat aan het definitieve aan- valsbevel vooraf gaat (p. 145). Het aanvalsbevel bevat o, a. (p. 38): 1°. Verkenningsresultaten omtrent vijand en terrein. 2°. Aanvalsdoel. 3°. Ontwikkelingsruimtes en aanvalsdoelen der eenheden (ge- vechtsstrooken tot in den vijand, zwaartepunt, richting tijdens de nadering). Pfeiffer Entwurfenz." p. 416) wenscht het noemen van het zwaartepunt in het aanvalsbevel verboden te zien, daar de officieren het toch wel merken uit de indeeling 804 Entwurf eines Ex. regl. f.d.I., noot bij p. 431.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 26