plan zijner zware wapens op, waarbij hij ook weder dikwijls de Z. M.'s der in het 2e en 3e échelon gelegen bataljons inscha kelt door vuren met indirecte richting en brengt de desbetref fende plannen der bataljons met elkaar in overeenstemming (p. 50, 51). Vóór een ernstig gevecht wordt soms een reserve van comp. cn afgezonderd, om na den strijd de gapingen in dien rang te kunnen aanvullen (p. 52). Het voorschrift besluit met een REGISTER, zooals bij ons het „V. V." bevat en waarvan de opname, onmisbaar om snel iets te kunnen naslaan, ook in ons nieuwe inf. voorschrift gewenscht ware. Het Aanhangsel bevat A. Parades. B. Grondslagen en voorbeelden voor wedstrijden. C. Grondslagen en opdrachten voor gevechtsgroepen. D. De stellingdienst in de verdediging. E. Hoornblazers en muzikanten. F. Signalen. Voor ons zijn hiervan vooral B en C van belang. B. Het voorschrift gaat hier van de juiste gedachte uit, dat men de militaire opleiding een sportief karakter moet geven, wil men bij den modernen vredessoldaat het „fanatisme" er in hou den. Daartoe dient sport niet alleen een voorbereidend onderdeel der opleiding te zijn, doch de gevechtsopleiding zélve dient zooveel mogelijk op sportieve wijze te worden gegeven. Als leiddraad geeft het voorschrift daarbij den comp. ct eenige reeksen wedstrijdopdrachten (p. 4348) voor: 1°. De schietopleiding, waarbij wij iets dergelijks kennen in ons prijsschieten en in de z. g. concurrentievuren. 2°. De gevechtsopleiding, b. v. sprongsgewijze terreinwinnen in veldtenu's, met geweer, karabijn, L. M. of Z.M. over opge meten afstanden, met tot slot eenige gerichte schoten met scherpe of losse patronen of het zich ter verdediging inrichten. Te be- oordeelen met den chronometer, met strafpunten voor het vuil maken der wapens. 3°. De patrouilledienst. 4°. De mijnwerpers. 5°. De verbindingsmanschappen. Deze opdrachten, welke zich in hunne beknoptheid niet leenen voor het geven van een uittreksel, zijn grootendeels ook uitstekend geschikt om bij onze vrijwilligers en militiecompagnieën te wor den toegepast. Indien opname van iets dergelijks in ons toe komstig voorschrift zou plaats vinden, ware het m. i. te overwegen hierbij een stel minimum eischen op te nemen en het voldoen daaraan, in het bijzonder wat betreft de gevechtsopleiding te laten meetellen voor het behalen van den graad van inf. Ie kl. 807

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 29