De Z. M. steunt door vuur over ons heen. Bij den storm
aanval der gew. groepen verlegt L. M. gr. D. het vuur op
het nest bij de twee boomen 100 M. rechts van ons aan
valsdoel, L. M. gr. sluit zich bij de gew. groepen aan, de
Z. M. vuurt in de diepte der stelling".
„Begin van den aanval: X uur."
„Ordonnans Q. ga naar de sectie links van ons en meld,
dat ik het nest vóór het naar beneden geschoten vliegtuig
aanval en steun verzoek door vuur op het nest links daarvan."
Schriftelijk bericht, door ord. H., aan den ct van een sectie
mijnwerpers, welke in de nabijheid in stelling is gekomen
„Sectie luit. F. valt het Z. M. nest 50 M. vóór het naar
beneden geschoten vliegtuig aan. Verzoeke onmiddellijk
vuur te openen op het Z. M. nest 100 M. rechts daarvan
bij de twee boomen."
Welk een levendig beeld van de werkelijkheid geven dergelijke
oefeningetjes, hoezeer oefenen zij het kader in de bevelsuitgifte
en scherpen zij den tactischen zin De opname van dergelijke
voorbeelden voor onze terreinen en onze organisatie in het nieuwe
inf. voorschrift - b. v. bij het tegenwoordige hoofdstuk 9 ver
dient dan ook alle aanbeveling.
Hiermede besluiten wij de bespreking van dit interessante
voorschrift, doortrokken met het wezen van den modernen oorlog
en gegrond op ervaringen in tal van terreinen en omstandighe
den, hopende dat zeer veel eruit weerklank moge vinden in
het komende N. I. inf. voorschrift.
3. DE KU1TVERDEELING VAN TOPOGRAFISCHE KAARTEN,
door M. BOERSTRA.
I. Het vraagstuk van de ruiteering van topografische kaarten is
gedurende den grooten oorlog grooter belang gaan verkrijgen dan
het voorheen had. Lang niet algemeen waren de kaarten van een
ruitennet voorzien. Eerder kan men zeggen, dat zulks bij uit
zondering het geval was: Voor ruiteering kwamen n. 1. slechts
die kaarten in aanmerking, waarvan met zekerheid of groote
waarschijnlijkheid kon worden gezegd, dat de daarop voorgestelde
terreingedeelten gewicht in de schaal legden bij een te dier plaatse
vooraf beraamde verdediging. De artillerie maakte dan van de
ruitverdeeling gebruik voor het aanduiden van punten (doelen,
richtpunten enz.), doch hierbij bleef het. De andere wapens voel
den daaraan geen behoefte; in de gevallen, waarin zij punten
hadden aan te duiden, was hun dit met voldoende nauwkeurigheid
mogelijk ook zonder ruitverdeeling.
Zoolang het aanduiden van punten met behulp van de ruiten,
dus in coördinaten, a. h. w. een interne aangelegenheid bleef van
809