vindt men aan de rechter- en de benedenzijde van het blad ge
deelten van ruiten, aangezien de ruitzijde in het algemeen niet
een geheel aantal malen in de afmetingen van het kaartblad is
begrepen.
Op ieder kaartblad wordt de ruit aangeduid met een letter en
een nummer; in de ruit wordt het punt bepaald door achtereen
volgens den afstand tot de linkerzijde en dien tot de bovenzijde
in m.M. op te geven, m. a. w. door de coördinaten te nemen
t. o. v. den linkerbovenhoek. 1) Waarom dit aldus geschiedt
in afwijking van de in de meetkunde gebruikelijke wijze, waarbij
normaal de linker beneden hoek als oorsprong wordt geno
men, blijve hier onbesproken. 2
Een punt is nu bepaald door het noemen van
le. het kaartblad (met schaal en jaar van uitgifte);
2e. de ruit (letter en nummer);
3e. de coördinaten in mM. t. o. v. den linkerbovenhoek.
Het zal overbodig zijn, uitvoerig uiteen te zetten, dat hiermede
allerminst is voldaan aan de eischen van ondubbelzinnigheid der
plaatsaanduiding en van eenvoud bij afstand- en azimuthbereke-
ning. Immers is de puntaanduiding verschillend bij verschillende
kaarten, hetgeen dubbelzinnigheid kan beteekenen; en beletselen
voor de vlotte berekening van afstanden en richtingshoeken wor
den o. a. gevormd door de wijze van opmeten van de x en de y
en door het niet ononderbroken doorloopen van de ruiten op aan
elkander grenzende bladen.
Het ligt dus wel zeer voor de hand, dat de ruitverdeeling onzer
kaarten te kort schiet voor de behoeften van den tegenwoordigen
tijd en dat herziening dringend noodig is.3)
III. De theoretische oplossing van het vraagstuk, dat ons hier
bezig houdt, is al zeer eenvoudig, wanneer mag worden aange
nomen, dat het gebied van de te ruiteeren kaart een plat vlak is,
Zie V. V.V.D.A., punt 13.
2). Nadat dit reeds geschreven was, werd voor de artillerie bepaald,
dat voortaan de coördinaten zullen worden gemeten en uitgezet t. o. v.
den linkerb e n e d e n hoek van de ruit. Dit zal zeer zeker noodig zijn bij
de ruitverdeeling, welke wij in de toekomst zullen krijgen. Hoe eerder
het personeel met deze wijze van meten der coördinaten vertrouwd ge
raakt, hoe beter.
De plaatsaanwijzer wordt, wat de aanwijzingen „Boven" en „Eerst afle
zen" betreft, hiermede in overeenstemming gebracht.
3). In Nederland is de verdeeling der kaarten in K. M.-ruiten onlangs
ingevoerd, d. w z. tot de invoering is besloten.
In Frankrijk wordt er nog steeds over geklaagd, dat de oefeningen der
artillerie in de voorbereiding van het vuur en die in de verbinding met
andere wapens slechts gebrekkig kunnen worden gehouden bij gebrek
aan kaarten met ruitverdeeling voor het grootste deel der oefenterreinen.
Doch er wordt daar met voortvarendheid aan gearbeid, om dien achter
stand in te halen.
811