zoodanigen afstand van elkander kan trekken, dat zij op de ro- jectie (op schaal) even ver van elkaar zijn verwijderd als op het aardoppervlak, gemeten langs een meridiaan. Doet men zulks, dan krijgt men een kaart, die, naarmate men zich verder van den middenparallel (raakcirkel) verwijdert, grootere fouten in de lengte der parallelcirkels vertoont. Naar de pool toe wordt het beeld als het ware in de breedte gerekt, hoewel lang niet in die mate als bij de cylinderprojectie het geval zou zijn. In den grond kleven echter aan beide projecties dezelfde fouten. Door oordeelkundige verschuiving der parallellen is het even wel mogelijk, te bereiken, dat de op aarde gemeten hoeken vol komen getrouw worden weergegeven. Men spreekt dan van een conforme projectie. Zulk een conforme kegelprojectie (pro jectie Lambert, aldus genoemd naar een wiskundige uit de 18e eeuw) is gebezigd voor het samenstellen van kaarten van de gevechtszone in Noord-Frankrijk gedurende den grooten oorlog. De oppervlakten noch de afstanden zijn er overal volkomen juist op (m. a. w. de projectie is noch aequival'ent, noch aequidistant), doch men is in staat geweest om, door de kaart te teekenen op een eenigszins andere schaal dan erop is vermeld, binnen een beperkte breedtestrook nagenoeg tot aequidistantm te komen. Het is op deze kaart, dat een doorloopend K. M.-ruitennet is aan gebracht, waarvan alle opstaande zijden evenwijdig loopen aan den meridiaan van Straatsburg, en de liggende zijden alle loodrecht daarop staan. 1) De kaartbladen zijn gesneden volgens deze ruitzijden. Het gevolg hiervan is, dat, naarmate men verder W. van Straatsburg komt, de opstaande zijden van de ruiten en dus ook de kaartranden niet meer naar het N. wijzen. Immers in een kegelprojectie convergeeren de meridianen. Hoewel de puntaanduiding en de afstandberekening kunnen geschieden als onder III aangegeven, blijft als bezwaar, dat de berekende en op de kaart gemeten richtingshoeken niet gelden t. o. van de ware Noordrichting, maar t. o. van de richting van de opstaande ruitzijden. Een correctie dient te worden aange bracht om van het z. g. Nord-Lambert (zoo noemt men de richting der opstaande ruitzijden) te geraken tot het ware Noorden; zij bedraagt voor een punt op n graden W. van den meridiaan van Straatsburg n sin cp°, waarin <p de breedte van de middenparallel aangeeft. Op ieder kaartblad is zij vermeld. Voor een breedte van Na den oorlog heeft men Frankrijk verdeeld in drie breedtezones, de middenzone gelegen tusschen 50°50' en 53°50' N. Br. en de beide andere zones ten N. en ten Z. daarvan de rest van het land omvattend. In ieder dier zones is de Lambertprojectie toegepast. De Y-as is de meridiaan van Parijs, de X-assen staan loodrecht daarop in de snijpunten van dien me ridiaan met de 55e, de 52e en de 49e parallel. De breedte van ieder der strooken bedraagt dus ongeveer 300 K. M. 815

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 37