aannemen of bij nauwkeuriger berekeningen corrigeeren
voor het juiste verschil, dat op de kaartranden zal moeten worden
aangegeven.
Bij de puntaanduiding treedt een moeilijkheid op, waarop het
noodig is de aandacht nog te vestigen. Zij spruit voort uit de om
standigheid, dat de volle coördinaten binnen de ruit thans 6 of 8
cijfers kunnen bevatten, omdat de ordinaat en de abscis grooter
dan 1000 kunnen zijn.
B. v. 1427 06101017 of
1427—10210384 of
1427— 10221014 of
1427—10130051
In de laatste twee gevallen is, bij afkorting der coördinaten, mis
verstand mogelijk. Immers het is niet met zekerheid te zeggen, of
1427— 102101 of
1427— 101005
al dan niet verkorte coördinaten voorstellen. Is de schrijfwijze als
verkorting bedoeld, dan zijn de coördinaten binnen de ruit resp.
x 1020 M., y 1010 M. en x 1010 M., y 50 M.
Zoo niet, dan zijn de coördinaten resp.
x - 102 M., y 101 M. en x 101 M., y 5 M.
Dit bezwaar is op te heffen, door voor het getal 10, wanneer
dit aangeeft het aantal hectometers van de abscis of de ordinaat,
de letter t(ien) te schrijven en te seinen.
Hierdoor wordt tevens het hoogste aantal cijfers voor de coör
dinaten binnen de ruit weder tot zes teruggebracht (de letter t
als cijfer beschouwd). De schrijfwijze van bovenstaande coördi
naten wordt nu
1427 610tl7
1427 t21384
1427 t22tl4
1427 tl 3051
en hiermede zijn vergissingen uitgesloten.
usschen de drie genoemde methoden zal een keuze moetei
worden gedaan, waarna dan nog overwogen dient te worden, of
het geen aanbeveling verdient, voor kaarten op schaal 1:100.000
ruiten te nemen van 4 K. M. (2' dan wel 4 ruit-K. M.), omdat te
kleine ruiten het aspect en de overzichtelijkheid schade doen.
Zou aldus worden besloten, dan geeft de volgende staat een
820