Er waren verschillende omstandigheden, welke voor zulk een- offensief pleitten. De 11e Roem. Div. had zich minder goed getoond dan de overige Roemeensche troepen, de leiding bleek zwak te zijn. Het terrein aan weerszijden van den Vulkaarr- en den Szurduk-pas bood de gelegenheid om de Roemeensche stellingen verrassend omvattend aan te grijpen. Ten slotte was het gebergte hier smaller dan bij de meer O. gelegen passen. Onder gunstige omstandig heden zou het in 2 dagen worden doorschreden. Wanneer nu, terwijl de Roemenen bij die passen werden aan gegrepen en vastgehouden, sterke cavalerie ondersteund door infanterie zijwaarts ervan door het gebergte werd gezonden dan zouden daardoor niet alleen de stellingen bij die passen ernstig bedreigd worden, maar bij de dan waarschijnlijke ontrui ming ervan, zou ook de Orsova-groep moeten terugtrekken, en zou zelfs het geheele Roemeensche bergfront aan het wankelen worden gebracht. Daarom besloot von Falkenhayn naar den Szurduk-pas te dirigeeren de 6e Cav. Div. (bestaande uit de 3e, 5e en 8e Cav. Brig, en het 4e en het 5e bataljon wielrijders) en de lie Berg Div., van welke troepen het vervoer reeds in gang was. De door de opperste legerleiding bepaaldelijk voorgeschreven detacheering van sterke infanterie naar Ocna door den Ojtoz- pas, waaraan natuurlijk ook de noodige artillerie moest worden toegevoegd, was niet bevorderlijk aan von Falkenhayn's plannen, welke overigens geheele instemming bij die leiding hadden ge vonden. De bedoeling van die detacheering was om de verbin dingen der Roemenen van N. naar Z. in Moldavië te verbreken en zoo de aankomst van Russische versterkingen in Wallachije te verhinderen. Zij was in strijd met het beginsel om voor den aanvang van een strijd geen troepen, die daarbij noodig kunnen zijn, weg te zenden. Men kan nooit sterk genoeg zijn en door zulk een de tacheering vermindert men zijn kansen om te overwinnen. Waar het IXe leger toch reeds vrij zwak was en de afgeloopen tijd van zware marschen, ernstige gevechten, onvoldoende ver- pleging groote krachtsinspanning van de troepen had gevergd, zoodat hun ondernemingskracht was verminderd, waar de Roe menen, zooals tijdens den slag bij Kroonstadt werd waargeno men, nog dagelijks werden versterkt en de bij Hermannstadt ge slagen divisiën reeds lang weer aangevuld, daar beteekende die detacheering een ernstig nadeel. Wanneei daardoor kans had bestaan de hoofdbeslissing, die op het front Bodzapas Vulkaan-pas moest vallen, eerder en zekerder te verkrijgen, zou zij zeer goed zijn geweest. Ook wanneer een succesvol offensief van het N. leger tegen het 1ste O.-H. leger plaats had, zou de nood hebben kunnen 782

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 4