829
7. ORGAAN N. I. O. V. OCTOBER-NUMMER.
Twee onzer kameraden, Tismeer en Jacobs, die in de kracht huns
levens daarvan scheidden, moesten in dit nummer worden herdacht
Het overzicht over de operatiën der Centralen tegen Servië (1914—1916)
wordt voortgezet: De schrijver vestigt de aandacht op de door het kleine
Servië tegen Oostenrijk-Hongarije bevochten overwinningen en de ver
liezen, aan zijn zooveel sterkeren vijand toegebracht. Aan gevangenen en
buit alleen verloor Oostenrijk in dezen veldtocht 566 officieren, 56000
soldaten, 192 kanonnen, 86 mitrailleurs en 70000 geweren, dus ongeveer
4 divisiën met uitrusting. Terecht wordt dan ook gezegd, dat het de
volksgeest en de wil om te overwinnen zijn, die aan de wapenen de
uiterste scherpte geven. En dat ook ons kleine volk behoorlijk door
drongen moet worden van de eigen kracht en opofferingsgezindheid, ten
einde voor de onafhankelijkheid en het vrije volksbestaan de hoogst mo-
reele en physieke kracht te ontwikkelen.
Helaas, het schijnt dat men bij ons eerder naar het tegendeel streeft.
Kapitein Treffers beëindigt zijn nuttige bespreking van de voornaamste
veranderingen in de rechtspleging bij de Landmacht. Naar uit een Mede-
deeling" blijkt, zal van de hand van schr binnenkort als uitgave van de
N. I O. V. verschijnen een „Handleiding, houdende artikelsgewijze toe
lichtingen op de herziene R. L. en de P. I. voor het H. M. G. in Ned.
Indie". Een werkje, dat zeer zeker in een behoefte zal voorzien nu „Barré"
weldra verouderd zal zijn op dit punt.
X. heeft den moed, de „beproeving", welke hij terecht een „sleepende
kwaal" noemt, wederom in beschouwing te nemen, leder gevoelt, dat het
tegenwoordige beoordeelingsstelsel zijn zwakke zijden heeft. De moeilijk
heid bestaat hierin, iets beters te geven. Rustige opmerkingen, als door
X. neergeschreven, kunnen er het hunne toe bijdragen, in deze den weg
te wijzen.
Drs. J. Stroomberg, le Luit. Mil. Adm., bespreekt het hooger onderwijs
in Britsch-Indië en wijst o. a. op het niet-denkbeeldige gevaar van een
„geleerd proletariaat, dat veelal malcontenten kweekt en waaruit een agi
tatorisch politiek element is ontstaan, strevende naar verwezenlijking van
overdreven aspiraties". Schr. waarschuwt tegen twee foutenten eerste
overhaasting, uitbreiding in te snel tempo en onvoldoend overwogen rege
lingen en ten tweede de vervreemding van den student van zijn histori
sche cultuur.
Ten slotte verdient nog vermelding een critiek op den Nederlandschen
Taalcursus voor inheemsche militairen, waarvan inderdaad de resultaten
over het algemeen niet schitterend zijn. Schr. wilen dat is logisch
beperking van het aantal leerlingen, centralisatie in enkele cursussen en
dan onder goede leerkrachten (z. m. van het A. N. Vdat zijn sporen op
dit gebied heeft verdiend).
M. B.
8. OVERZICHT NEDERLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN.
Dc Militaire Spectator. September 1924. Kapitein der Genie J. H. de Man
besluit in dit nummer zijn studie over „De inrichting van stellingen",
die, naar aanleiding van een overeenkomstig opstel van de heeren Brest
van Kempen en Wilson in vorige afleveringen van dit tijdschrift, werd
samengesteld.
Het werk van den kapitein de Man zal o- i. te goeder tijd belangrijke
diensten kunnen bewijzen bij het samenstellen eener handleiding voor het
inrichten van stellingen in verband met onze Ind. terreinen en met de
organisatie van ons Ind. leger.