834 van artillerie bij den aanval, waar dit vermeldt: „Victory is near when the enemy's artillery has been destroyed" en „The enemy's gun is the principal adversary". Het komt ons voor dat bedoeld memorandum in deze te ver gaat en dat nog altijd 's vijands infanterie de gevaarlijkste tegenstander zal blijven. Ook gaat de door den schrijver aanbevolen theorie te veel in de richting van het ouderwetsche artillerieduel. Anderzijds komt het ons niet ondienstig voor er de aandacht op te vestigen, dat het contra-bat- terijwerk niet geheel verwaarloosd mag worden, hoe verleidelijk het overi gens ook moge zijn, vooral indien over slechts weinig artillerie beschikt wordt, deze geheel in te zetten voor directen steun van de aanvallende infanterie, dus als infanterie-batterijen. Major F. B. Jordan bespreekt in „Artillery and tanks" deze beide wapen soorten eerst tegenover elkaar optredend, daarna in onderlinge samenwerking. Als inleiding geeft hij een historisch overzicht van den oorsprong, de ontwikkeling en de verrichtingen van het nieuwe wapen, waarbij eenige interessante foto's den tekst verluchten. Schrijver verwacht dat alle mili taire mogendheden zich zullen bepalen tot het bouwen van proeftanks om bij het uitbreken van een oorlog met groote snelheid over te gaan tot het bewapenen hunner eenheden met het laatste model. Hij neemt aan dat een paar maanden na het uitbreken van den oorlog deze eenheden dan zouden kunnen uitrukken. Deze theorie klinkt ons eenigszins onwaarschijnlijk. De vraag rijst, waarom met andere strijdmiddelen niet op dezelfde wijze gehandeld zou worden. In afwachting van het gereedkomen der meest moderne artillerie, mitrailleurs enz. enz. zou dan de bewapening gedurende die eerste paar maanden b. v. uit knuppels kunnen bestaan, of wel men zou kunnen af spreken eerst een paar maanden na de oorlogsverklaring den strijd van beide kanten tegelijk te beginnen. Artillerievuur blijkt het afdoende middel tegen tankaanvallen. Gedu rende de periode van 8 Augustus tot aan den wapenstilstand werden van de 2030 Engelsche tanks 50% buiten gevecht gesteld en het aller grootste deel hiervan moet op rekening van direct vurende veldartillerie worden gesteld. Van de zooveel kleinere Fransche tanks was het aantal dat aan artille rievuur ten offer viel naar verhouding veel kleiner. Schrijver verwacht dat in de toekomst de tankaanvallen zullen geschieden door vele lichte en snelle tanks, ondersteund door een aantal zwaardere, voorzien van artilleriebewapening. Daarbij zal dan een ruim gebruik worden gemaakt van rookmaskers terwijl tegen het tankafweergeschut contra-batterijen gereed zullen worden gesteld. Als voorbeeld van een stukje detail-krijgsgeschiedenis vermelden we het artikel „Operations of the 2nd battalion, lüth Field Artillery in the second battle of the Marne", terwijl het humoristisch gestelde „The sage of the Mountain Artillery" een pleidooi levert ten gunste van het in dezen tijd van mechanische voortbeweging wel eens te spoedig vergeten draag- trekdier. Revue militaire franyaise. Septembre 1924. Ter lezing wordt aanbevo len „La psychologie du commandement" door colonel Dessoffy de Csernek. Hierin verwijst schrijver meerdere malen naar het werk van den lieutenant- colonel E.Mayer over hetzelfde onderwerp. Hij legt er den nadruk op dat commandeeren niet uitsluitend bestaat uit het op correcte wijze redigeeren van verschillende soorten gevechts bevelen, maar dat het een veel ingewikkelder bedrijf is en dat ervoor noodig is: Voor alles vooruitzien, daarna: het vei meesteren van en te allen tijde meester blijven over de volle aan den rang verbonden auto riteit, het verf rijgen en het behouden van het volle vertrouwen van ondergeschikten en chefs, het niet treden in bevoegdheden van onder-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 56