gemiddelden diensttijd van 12 jaar. Daardoor is de bijzonder
slechte soldaat, die reeds veel vroeger afvloeit, uitgeschakeld.
Over het algemeen gaat de militaire dienst gepaard met zekere
onvermijdelijke beperkingen van de persoonlijke vrijheid, die in
vrijwilligerslegers door den langeren diensttijd en door de maat
schappelijke positie van den militair (hier is vooral bedoeld de
Europeesche militair) voelbaarder zijn dan in de militielegers.
Een natuurlijk gevolg daarvan zijn zekere tekortkomingen, die
zich tegen de discipline, die de vrijheid eenigszins beperkt en
tegen de kazerneering richten. Zulke tekortkomingen zijn b.v.
indisciplinair gedrag of mankeeren in dienst. Voorts zal ook de
aard van den dienst, die bij sommige wapens monotoon en wei
nig opwekkend is, eenige aanleiding geven tot tekortkomingen,
b.v. plichtverzuim (vooral bij den Europeeschen infanterist).
Vaak zien wij, dat een militair, die veel wegens slordigheid en
onhandelbaarheid gestraft werd, na overgang naar een ander wa
pen heel anders wordt. Op ruime schaal toe te passen korte
detacheeringen bij andere wapens, b.v. genie, op werkplaatsen,
enz. zouden op de psychische gesteldheid vooral bij de Euro
peesche infanteristen als het ware van therapeutischen invloed
zijn, zonder de vaardigheid in zijn oorspronkelijk wapen te ver
minderen. Een derde veel voorkomende aanleiding tot straffen is,
slecht kader, een vraagstuk dat wij later nog zullen behandelen.
Om de bovengenoemde redenen zijn dus verschillende soorten
van straffen zeer goed verklaarbaar en behoeven, indien niet al
te vaak voorkomend, nog geen ongunstig licht te werpen op den
karakteraanleg van den militair. De nooit gestrafte is niet altijd
de beste. Het komt soms voor, dat iemand, die nooit gestraft is
en stipt alles nakomt, een zoogenaamde dienstklopper, met een
beperkten gezichtskring behept is en in een hoogeren rang geen
voldoend inzicht toont in de fouten van zijn ondergeschikten en
daarom minder bemind is. Bij sommige lichte straffen b.v. wegens
indisciplinair gedrag, krijgt men bij enkele militairen zelfs den
indruk, dat zij in een verhoogd zelfbewustzijn van den gestrafte
hun oorzaak hebben en daarom wel eens wijzen op een gunstige
positieve eigenschap. Dezulken treft men soms aan onder
Europeanen, die zich later als goede onderofficieren voordoen,
flink optreden en goed hun gezag handhaven. Een ander feit
is, dat de dienstnemende vrijwilliger vaak niet tot de beste van
zijn landaard behoort (dit geldt niet voor de Amboineezen en
Manadoneezen) Soms zijn het losbandige weinig beheerschte,
onverdraagzame, of weinig arbeidswillige types. Het zijn, wat
men noemt primaire (oogenbliks) menschen, die ik later nog
nader zal omschrijven. Ook uit deze omstandigheid zal een reeks
van bepaalde tekortkomingen voortvloeien, b. v. deserteeren, dron
kenschap, wangedrag enz.
De waarde van een strafstatistiek is beperkt. Het zal in het
onderhavige geval slechts een hulpmiddel zijn. De waarde zal
22