ands zijde. Vóór dezen te verlaten zullen in ieder geval de ver banden en tijdens dat verlaten zal de gevechtsgroepeering in de diepte moeten worden hersteld, waarbij met een vuuroverval door vijandelijke artillerie rekening zal moeten worden gehouden. In het algemeen zijn dus de moeilijkheden aan den aanval in bedekt terrein verbonden inderdaad groot. Toch biedt deze ter reinsoort ook den aanvaller voordeelen. Daarover zegt Wissen und Wehr ,,Zu Gunsten des Angriffs wird zum Ausdruck gebracht, dasz bei der für beide Seiten gleich schwierigen und unüber- sichtlichenLage derimVorteilsei, der dem Andern das Gesetz des Handelnsvorschreibe. Dassei aber derAngreifer, zumal mit seinem Gefühl der moralischen Ueberlegenheit. Wahrend der Verteidiger überall nur Schwachen seiner Stellung sehe, nicht wisse, wo der Feind seinen Hauptstosz hinlenke, wohin er also seine Reserven stellen soil, wahrend er dauernd das Gefühl habe umgangen zu werden, und ein örtlicher Miszerfolg leicht zu einer Panikführe, biete der Wald dem Angreifer den Vorteil, seinen Angriff unbemerkt von feindlicher Erkundung vorzubereiten. Auch die Durchführungsei leichter,da mangrosze Teile der feindlichen Front mit schwachen Kraften beschaftigen und mit der Hauptmasse an einer Stelle überraschend durchstoszen kann, ohne dasz der Ver- teidiger dies so rasch zu erkennen in der Lage sei." Deze voordeelen zijn voor den aanvaller, indien deze over goed geoefende en moreel hoog gestemde troepen beschikt, in derdaad zoo groot, dat zij in vele gevallen zwaarder behooren te wegen dan de nadeelen Terecht wordt o.i. gewezen op het munitieverslindende karak ter der voorbereiding van een aanval door artillerie-vuur op een i n boschterrein gelegen opstelling des vijands, in verband met de onzekerheid omtrent de juiste plaats daarvan en het uitge- gesloten zijn van waarneming van het artillerievuur. In den bewegingsoorlog vooral zal daar dan ook als regel van moeten worden afgezien Des te meer treedt dan echter de noodzakelijkheid tot het indeelen van artillerie onder de onmiddellijke bevelen der infan- terie-aanvoerders op den voorgrond. Deze artillerie voert dan, evenals de infanterie, den strijd van zeer nabij en zal als regel secties- of stuksgewijze moeten optreden. Uiteraard is veld- en motorartillerie voor dit optreden in boschterrein weinig geschikt en komt d iarvoor bergartillerie in de eerste plaats in aanmerking. Besluit men eenmaal om in bedekt terrein stand te houden, dan rijst nog altijd de klassieke vraag: vóór, in of achter den rand? Indien de verdediging gesteund wordt door artillerie-vuur dan zal, wellicht meer dan vroeger, de beste opstellingsplaats voor de waarnemingsorganen der artillerie van grooten invloed 2ijn op de keuze van het verloop der hoofdweerstandslijn(-strook). Waar 41

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 41