Misgrepen van de gewapende politie worden door dergelijke tegenstanders dan in den regel doodgezwegen, want de gewapende politie wordt beschouwd berekend te zijn voor haar taak, is immers „politioneel opgeleid". Maar nu ter zake, en dit zijpaadje, dat toch even ingeslagen moest worden, maar weer verlaten. Een Dajak, verdacht van diefstal, werd te Smitau voorloopig aangehouden (niet in preventieve hechtenis Daar de man beweerde onschuldig te zijn, vond hij zichzelf zeer onrechtvaardig behandeld, waarom hij dan ook op zekeren dag, met medeneming van een klewang, toebehoorende aan een politieagent, er maar van door ging met het plan (hetgeen later bleek) zich niet meer zoo goedschiks te laten gevangen nemen, iets waarop trouwens iedere politieman bij arrestatie van een ontvluchte moet rekenen. De detachements-commandant van de gewapende politie, die in de buurt van zijn kampong op patrouille was, kreeg een spoed bericht om den vluchteling op te sporen en weer gevangen te nemen. In verband met terreinomstandigheden en de ligging der kampongs splitste hij zijn patrouille in tweeën, waarbij iedere afdeeling een complex te doorzoeken kreeg, met als eindpunt één en dezelfde kampong. De commandant van de eene afdeeling, een korporaal, kwam het eerst in de kampong waar gezochte Dajak zich ophield. Deze laatste bevond zich in zijn huis (lees: kamer, want zoo als bekend bestaat een Dajaksche kampong uit een rij kamers onder één lang dak en waarvoor een gemeenschappelijke breede en lange voorgalerij) en in plaats van den man toen gevangen te nemen, liet deze korporaal hem om onbegrijpelijke redenen in zijn kamer, waar allerhande wapens als parangs e.d. zich bevonden, zitten en stelde zich tevreden met het in die kamer plaatsen van een schildwacht. De kapala-kampong werd uitgezonden om den detachements commandant te zoeken en hem op de hoogte te brengen. De pa trouille betrok intusschen bivak in de bovengenoemde ruime voor galerij. Genoemd detachements-commandant kwam met zijn patrouille om 6 30 n.m, aan. Den kapala-kampong had hij echter niet ontmoet. Daar deze commandant een zwaren marsch achter den rug had, liet hij den Dajak met rust en ging eerst baden, zich ver- kleeden, eten, enz. en toen hij zich weer wat opgefrischt gevoelde, vond hij het toch wel noodig om eens naar zijn man te gaan kijken, De manier waarop hij dit deed, werd echter zijn ongeluk. Ongewapend, gekleed zooals hij was, in slaapbroek en kabaja, ging hij de kamer van den Dajak binnen, liet daarbij den schildwacht inrukken 44

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 44