Wat de commandant tegen den Dajak en wat deze laatste tegen den commandant heeft gezegd, is onbekend, doch vóór men het wist, had zich het vreeselijke drama in het kleine, slecht verlichte, kamertje afgespeeld. Men hoorde hulpgeroep. Twee gewapende politie-dienaren snelden toe, een ervan kreeg een paranghouw over den schou der, de andere werd nog lichtgewond aan den onderarm een van deze gewonden wist een in den wand stekenden parang te grijpen en daarmede den Dajak een doodelijken slag toe te brengen. Deze trachtte daarna nog te vluchten, doch werd toen met een geweerschot neergelegd. Toen lag ook de Dajak, maar te laat. Want de commandant had reeds eerder het leven gelaten. Patrouille-commandanten, doet hiermede Uw voordeel! Houdt dit als een waarschuwend voorbeeld voor oogen! Laat U niet, hetzij uit valsche schaamte, hetzij uit onverschil ligheid, onnadenkendheid of roekeloosheid weerhouden bij elke te& verrichten arrestatie een wapen dan wel een gewapende bij U te hebben. Tragische voorvallen, als zooeven beschreven, behoeven niet voor te komen Hoe treurig het ook is het te moeten zeggen, deze man is geen slachtoffer van zijn beroep, van zijn plichtsvervulling, doch van zijn eigen roekeloosheid, wellicht van de onderschatting zijner tegenpartij geworden. Ge weet nooit wat een man die gearresteerd moet worden in zijn schild voert. En zeer zeker moet ge op verzet zijn voorbereid, als ge iemand arresteeren gaat, die blijken heeft gegeven, zich met te willen onderwerpen aan tegen hem getroffen maatregelen, i. c. voorloopige aanhouding. 5. OPMERKINGEN OVER COMPAGNIES ADMINISTRATIE, door CAMURS. In een der vorige nummers van dit tijdschrift werden eenige voorloopige opmerkingen geplaatst over de compagniesadministratie. Er valt op dat gebied zeer zeker een en ander te verbeteren. Niet dat er te wijzen valt op een groot aantal gevallen van kastekort, verduistering, ontrouw in administratie e. d openbaar behandeld. Maar hiermede is niet gezegd, dat de toestand is, zooals wel gewenscht ware. Want velen dragen kennis van min der oirbare handelingen, die door den betrokken compagnies- 45 Zie I. M.T. 1924 No 11, blz. 745.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 45