ten aanzien van de instructeursopleiding. Onderluitenants zon
der administratieve opleiding vloeien af, zoodra zij recht op
pensioen hebben verkregen.
Een belangrijk punt is voorts, dat de administrateurs mede
aansprakelijk gesteld behooren te worden voor de geldelijke
schade door hen berokkend; aan de onvervreemdbaarheid der
pensioenen dient in dergelijke gevallen een eind te komen. Reeds
bij den aanvang van het gerechtelijk onderzoek moet het mogelijk
zijn, den auditeur-militair gehoord, kortirg op het tractement
van den fraudulant, desnoods onder nadere goedkeuring van
het Legerbestuur, te gelasten. Ook het aantal ongemotiveerde
gratieverzoeken zal daardoor afnemen.
Aan de administratieve opleiding der officieren valt veel te
verbeteren. Op de K.M.A. dient aan het jongste jaar boekhouden
als herhalingsvak onderwezen te worden. In de volgende jaren
worde minstens één uur in de week de cies admin. gedoceerd,
bij voorkeur door een onderluitenant der Mil. Admin., die tevo
ren sgt. maj. adm. geweest is, alzoo dubbel overgehaald in de
practijk. Bij het officiersexamen worde administratie onder de
practische vakken opgenomen en als zoodanig beoordeeld.
In vroeger jaren moesten bij sommige korpsen jeugdige luite
nants eenmaal in de week onder den bataljonsadjudant lijntjes—
exerceeren uit compagnies- en bataljonsschool, van welke ver
plichting zij vrijgesteld werden, nadat zij voldoende blijken van
bedrevenheid hadden gegeven. Iets dergelijks ware toe passen
bij het onderricht in korps-en compagniesadministratie: de reg.
adjudant dan wel een ander daartoe aan te wijzen kapitein
wordt belast met het admin. onderricht der nieuwaangekomen
officieren, dat voor hen verplichtend is, tot zij voldoende bewij
zen van bekwaamheid hebben gegeven. Als overgangsmaatregel
ware dit onderricht voor alle luitenants verplicht, voor kapiteins
facultatief te stellen. Geen luitenant gaat naar een post, dieniet
bewezen heeft behoorlijk administratief onderlegd te zijn.
In 1908 werden circulaires uitgegeven over knoeierijen bij
menages en administraties. Hoewel de inhoud daarvan als opper
vlakkig en onvolledig beoordeeld is, vormen zij toch een aan
duiding van den te volgen weg. Een verzameling van klachten van
(vonnissen in) alle inde laatste vijfjaren door de krijgsraden behan
delde fraudezaken zal een voor de officieren leerzame en boeiende
lectuur vormen.
Hoewel een klapper voor cies en det. eten bestaat, voldoet
deze in de practijk niet, omdat hij te omvangrijk en als com
pendium van tallooze zich steeds wijzigende reglementen en
voorschriften niet bij" te houden is. Daarentegen is geruimen
tijd reeds behoefte aan een leidraad bij het nazien der admi
nistratie van een cie (det.). Atjeh, het gewest der practijk, voor
zag er intusschen zelf in de luit. kol. J. K. F. Weber, cmdt
van het 1ste Gam. bat. van Atjeh e. O., deed voor de officieren
49