de groep Kneuszl er in de eerste plaats op aan, het vrije ge
bruik van den Szurduk-weg te verzekeren en den Z. uitgang van
den pas open te houden. In de door Falkenhayn gegeven instruc
tie werd daarom mede aangegeven, dat de W. van dien weg
over het gebergte voerende verbindingen slechts vast te houden
waren, voor zoover zij noodig waren voor het behoud van den
Szurduk-weg. Daardoor zou dus de generaal Kneuszl de W. van
laatstgenoemden weg geplaatste afdeelingen zoover kunnen
terugtrekken, dat de aanvoer verzekerd was.
Om aan zijn opdracht te voldoen was het voordeelig, den
Duitschen Plesa en den rug O. (1191) daarvan te behouden.
Evenwel werd 29 October te 2 n.m., voordat de 7e Cav. Div.
en het Wurt bergbataljon waren aangekomen, de stelling bij hp.
1191 onder begunstiging van een dichten nevel door de Roeme
nen verrassend aangegrepen en doorbroken.
De 7e Cav. Div. en het bergbataljon werden aangewezen de
hoogten Z. en Z O. van den Vrf. Negrului te bezetten om het ge
slagen gat te sloppen.
De 6e Cav. Div. moest worden teruggenomen van de hoogten
N.O. van Borosteni.
30 October nam Generaal von Busse wegens de groote be
zwaren, welke de opvoer in dit terrein ondervond, van de W.
van de Jiul ageerende troepen den rechter-vleugel terug tot half
weg Schela—Buliga in het woudgebied; de linker-vleugel bleef
bij Birnici. O. van de Jiul bleven de Centralen zich tegen de
hevige tegenaanvallen handhaven op den Duitschen Mare, Urina,
Boului, Muncelul en Moldovisul.
Dien dag trok de 6e Cav. Div. terug, niet door vijand vervolgd,
maar de terreinmoeilijkheden waren van dien aard, mede door
den hevigen regen, waardoor de paden in zachte kleimassa's
veranderden, dat een groot deel harer artillerie moest worden
achtergelaten, na vernieling.
Het zeer slechte weder bleek echter ook voor de Roemenen een
beletsel. Een krachtige vervolging bleef uit.
Bij deze operatie was gerekend op medewerking van de
Mehadia-groep. Evenwel kwam deze eerst op 28 October in
beweging, toen reeds de noodige versterkingen naar de in het
Szurduk-gebied aangevallen Roemenen waren afgezonden. De
144e Brig, had onvoldoende aanvalskracht om goede hulp te
kunnen verleenen. Zij bezette den hoogterug op den W. oever
van de beneden Czerna, die vrijwillig door de Roemenen werd
ontruimd. Hun eigenlijke stellingen lagen op den linker-oever en
deze verdedigden zij hardnekkig, zoodat de aanvallen der brigade
zonder succes verliepen.
Na het echec van de groep Kneuszl vielen nu de Roemenen
bovenstrooms van Orsova bij Börzeny aan, evenwel ook zonder
succes. Van een verder offensief van deze brigade was geen
sprake meer.
4