3. OVER DEN INVLOED VAN BEDEKT TERREIN OP HET GEBRUIK DER WAPENSOORTEN EN DER STRIJDMIDDELEN. Dit voorschrift geeft in tactisch opzicht alleen grondbeginselen, welke de richting voor het han delen moeten bepalen, ten allen tijde en overal van kracht zijn en nooit geheel straffeloos kunnen worden veronachtzaamd. Verder geeft het de op die beginselen berustende methoden, welke de wijze van uitvoering beheer- schen doch alleen in hoofdlijnen, omdat de toe passing van die methoden afhankelijk is van omstandigheden (terrein, atmosfeer, tactische toestand enz.) welke in elk b ij zonder ge val anders z ij n. Uit bovenstaande aanhaling volgt welke groote waarde gehecht moet worden aan den factor terrein bij het kiezen van de wijze, waarop men in een bepaald geval een gevecht zal moeten voeren. Om dezen factor juist in rekening te brengen, zal men voor ieder speciaal geval zich rekenschap moeten geven van zijn invloed. In het bovenvermelde artikel uit Wissen und Wehr nu, wordt op uitvoerige wijze die invloed in beschouwing genomen voor zoover deze uitgaat van wouden en woudgebieden. Hoewel ons Indische bedekte terrein, waarin actie onzer troepen is te verwachten, niet hetzelfde karakter heeft als de ter sprake gebrachte Europeesche wouden- en woudgebieden, zoo heeft het toch vele eigenschappen waardoor gelijksoortige invloeden ervan zijn te verwachten. Zoo zullen de vele dichte kampong-complexen in het W. ge deelte van Java, alhoewel zeer verschillend van een Euro- peesch woud, zeer zeker een geduchten invloed hebben op de gevechtsvoering, terwijl b. v. ook onze djatibosschen voor een vergelijking in aanmerking komen. Voor deze beide soorten van terrein geldt naar onze meening al zeker hetgeen als uitgangspunt voor het opstel in Wissen und Wehr is gekozen, n.l. de volgende citaten uit „Führung und Gefecht": ,,Der Angriff durch Walder ist eine besonders schwierige Aufgabe der Verteidiger hat dagegen die Möglichkeit, sich gegen überle- gene Krafte hartnackig zu behaupten"; en „Das Waldgefecht erfordert in besonderem Masze selbstandiges Handeln aller unteren Führer und des einzelnen Mannes. Die überlegenheit an Zahl tritt gegen die Tapferkeit des Einzelnen auf nachste Entfernun- gen zurück". Naar aanleiding van het artikel: „Welchen Einflusz haben Waldzonen und Walder auf Heerführung und Truppenverwendung" uit Wissen und Wehr, Jahrgang 1924. Viertes Heft- 37 (Uit de inleiding van het A. T. V.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 37